ECLI:NL:GHAMS:2017:4467
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- J.L. Bruinsma
- I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen
- H.F. van Kregten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beschikking voorlopige hechtenis en verzoek tot schorsing
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 november 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 11 oktober 2017, die een bevel tot gevangenhouding inhield. De verdachte, geboren in 1993 en thans verblijvende in het huis van bewaring Zaanstad, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier en de aangifte, en heeft de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.J. van Galen, gehoord.
Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en is van mening dat er ernstige bezwaren tegen de verdachte aanwezig zijn, gebaseerd op de aangifte, letselverklaring en camerabeelden. De precieze weging van het bewijsmateriaal zal pas tijdens de inhoudelijke behandeling aan de orde komen. Het hof oordeelt dat het niet op voorhand duidelijk is dat een beroep op noodweer(exces) enige kans van slagen heeft. Het plegen van geweld op de openbare weg wordt als een ernstig feit beschouwd dat de rechtsorde schokt, en het hof ziet geen reden om de voorlopige hechtenis te schorsen.
Het hof wijst zowel het beroep tegen de beschikking als het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af, waarbij het ook rekening houdt met het strafblad van de verdachte en de risicofactoren die door de reclassering zijn aangegeven. De beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de advocaat-generaal de beschikking ter kennis van de verdachte brengt.