Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde],
[geïntimeerde],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
primairvan [geïntimeerde] en
subsidiairvan [geïntimeerde] en [geïntimeerde] (hoofdelijk dan wel ieder voor zich) tot betaling van € 10.231,88 te vermeerderen met de contractuele rente, althans de wettelijke handelsrente, over € 7.204,86 vanaf 18 mei 2016 althans vanaf de dag van de appeldagvaarding tot de dag der algehele voldoening (met beslissing over de proceskosten, met nakosten).
opm. hof] verhaald konden worden” (conclusie van antwoord tweede bladzijde). Deze tegenstrijdigheid roept vragen op die niet afdoende door [geïntimeerde] zijn beantwoord. Ten slotte kan worden opgemerkt dat [geïntimeerde] kennelijk niets heeft ondernomen om zelf de staat van de auto ten tijde van de overname van de overeenkomst vast te leggen.