Uitspraak
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 20 december 2012 te Wezep, gemeente Oldebroek, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 270 kilogram, in elk geval een grote hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 juli 2011 tot en met 20 december 2012 te Kwintsheul en/of Balkbrug en/of Rotterdam en/of Enschede en/of Breskens en/of elders in Nederland en/of België en/of Spanje en/of Duitsland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten een [zeiljacht 1] ) en/of een [motorboot] , heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd(e) schip/schepen, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Vonnis waarvan beroep
In hoger beroep gevoerd verweer:
Bewezenverklaring
hij op 20 december 2012 te Wezep (gemeente Oldebroek) tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk heeft vervoerd een hoeveelheid van ongeveer 270 kilogram hasjiesj;
hij in de periode van 01 juli 2011 tot en met 20 december 2012 in Spanje tezamen en in vereniging met een ander een voorwerp, te weten een [zeiljacht 1] voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp middellijk afkomstig was uit enig misdrijf.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.