ECLI:NL:GHAMS:2017:4201
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing gedwongen schuldregeling wegens onvoldoende financiële transparantie en aanpassing uitgavenpatroon
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een verzoek tot het opleggen van een gedwongen schuldregeling aan [X] B.V. door [appellant]. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] op 13 september 2017 in hoger beroep is gekomen van een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarin zijn verzoek om [X] te bevelen in te stemmen met de aangeboden schuldregeling werd afgewezen. Tijdens de zitting op 10 oktober 2017 heeft [appellant] zijn standpunt toegelicht, terwijl [X] niet aanwezig was.
Het hof heeft de ontvankelijkheid van [appellant] in zijn hoger beroep beoordeeld en vastgesteld dat hij recht heeft op hoger beroep, ondanks dat zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling als ingetrokken is beschouwd. Vervolgens heeft het hof de argumenten van [appellant] tegen de afwijzing van de schuldregeling beoordeeld. [Appellant] stelde dat het aanbod aan [X] een aanbod voor bepaalde tijd was en dat hij financieel niet in staat was om zijn schulden ineens af te lossen. Hij voerde aan dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat niet duidelijk was wie toezicht zou houden op de uitvoering van de regeling.
Het hof oordeelde echter dat [appellant] onvoldoende inzicht had verschaft in zijn financiële situatie en dat hij zijn uitgavenpatroon niet voldoende had aangepast. Bovendien had hij een spaartegoed van ongeveer € 35.000,= dat hij niet had aangewend voor aflossing van zijn schulden. Het hof concludeerde dat [X] in redelijkheid niet kon worden gedwongen om in te stemmen met de aangeboden schuldregeling, en bekrachtigde het vonnis van de rechtbank. De beslissing van het hof houdt in dat het verzoek van [appellant] om de schuldregeling op te leggen niet toewijsbaar is.