Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[X] ,
[geïntimeerde sub 2] ,
[geïntimeerde sub 3] ,
[geïntimeerde sub 4] ,
[geïntimeerde sub 5] ,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
ter diepte van ander halve meter voorbij de zuidelijke muur van het nabij den grens op het kadastrale nummer [nummer 2] geplaatste huis’. Dat was, aldus [appellante] , aanmerkelijk noordelijker dan het voetpad langs de sloot en is zelfs noordelijker dan de in 2008 geplaatste poort op de erfafscheiding tussen de percelen van [appellante] en [geïntimeerde sub 5] .
ten behoeve van de bewoners’ in de akte uit 1903 niet zo beperkt moeten worden uitgelegd dat uitsluitend de bewoners gebruik mogen maken van het recht van overpad. De woorden ‘
ten behoeve van’ geven, anders dan [appellante] meent, op zichzelf genomen al geen aanleiding voor zo’n beperkte uitleg, laat staan dat die beperkte uitleg daaruit ‘eenduidig’ volgt. Ook moet voor ogen worden gehouden dat de steeg die over het perceel van [appellante] loopt de enige manier is om in de achtertuinen te komen van de aan weerszijden van het erf van [appellante] gelegen percelen. Tegen deze achtergrond heeft de rechtbank terecht mede acht geslagen op de wijze waarop de steeg in het verleden is gebruikt en in dat verband op de door [X] c.s. overgelegde schriftelijke verklaringen van (voormalige) bewoners. [appellante] heeft niet gemotiveerd bestreden dat ook bezoekers van de bewoners van de percelen ten behoeve waarvan de erfdienstbaarheid is gevestigd sinds jaar en dag en in ieder geval sinds 1942 gebruik maakten van de steeg om ‘achterom’ naar de achtertuinen van de bewoners te lopen. Met de rechtbank is het hof dan ook van oordeel dat ‘
ten behoeve van de bewoners’ betekent dat de erfdienstbaarheid weliswaar niet geldt voor iedere willekeurige derde, maar dat derden die ten behoeve van een bezoek aan de bewoners of in het kader van voor de bewoners te verrichten werkzaamheden of diensten gebruik willen maken van de steeg teneinde de achtertuinen van de bewoners te bereiken of vanuit de achtertuinen de openbare weg te bereiken, daarvoor gebruik mogen maken van de steeg uit hoofde van de erfdienstbaarheid. Het gaat daarbij overigens niet om een eigen recht van deze derden. De derden hebben een van de door hen te bezoeken bewoner afgeleide mogelijkheid van de steeg gebruik te maken om de achtertuin van de desbetreffende bewoner te bereiken.