ECLI:NL:GHAMS:2017:4049
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging leaseovereenkomsten door echtgenote op grond van toestemming en verjaring
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de nietigheid van diverse leaseovereenkomsten die door de echtgenote van de appellant zijn ingeroepen. De appellant had in hoger beroep beroep aangetekend tegen een vonnis van de kantonrechter van 9 oktober 2014, waarin de vorderingen van de appellant waren afgewezen. De echtgenote van de appellant had in een vernietigingsbrief van 6 februari 2003 de nietigheid van de leaseovereenkomsten ingeroepen, maar Dexia stelde dat deze vernietiging niet tijdig was, omdat de echtgenote eerder op de hoogte had moeten zijn van de leaseovereenkomsten. Het hof oordeelde dat de vernietigingsbrief voldeed aan de wettelijke vereisten en dat de echtgenote van de appellant de leaseovereenkomsten rechtsgeldig had vernietigd. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en wees de vorderingen van de appellant toe, inclusief de wettelijke rente vanaf 20 februari 2003. Dexia werd veroordeeld in de proceskosten.