Uitspraak
[verdachte],
Onderzoek van de zaak
De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 5 december 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet - die [slachtoffer 1] een of meermalen met kracht met gebalde vuist op/tegen het gezicht heeft geslagen en/of gestompt en/of - die (op de grond liggende) [slachtoffer 1] een of meermalen (met geschoeide voet) tegen het hoofd/gezicht heeft geschopt /getrapt;
hij op of omstreeks 5 december 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten (onder meer) een gebroken neus en/of een gebroken jukbeen en/of een of meer afgebroken tanden en/of een of meer snijwond(en) in het gezicht, althans enig ander zwaar lichamelijk letsel, heeft toegebracht, door met dat opzet - die [slachtoffer 1] een of meermalen met kracht met gebalde vuist op/tegen het gezicht te slaan en/of stompen en/of - die (op de grond liggende) [slachtoffer 1] een of meermalen (met geschoeide voet) tegen het hoofd/gezicht te trappen;
hij op of omstreeks 5 december 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet - die [slachtoffer 1] een of meermalen met kracht met gebalde vuist op /tegen het gezicht heeft geslagen en/of gestompt en/of - die (op de grond liggende) [slachtoffer 1] een of meermalen (met geschoeide voet) tegen het hoofd/gezicht heeft geschopt/getrapt;
2
hij op of omstreeks 5 december 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk mishandelend (met een aansteker) het (hoofd)haar van [slachtoffer 2] heet aangestoken en/of (vervolgens) (met kracht) (met gebalde vuist) in het gezicht, althans tegen het hoofd, van die [slachtoffer 2] heeft geslagen en/of gestompt, waardoor voornoemde [slachtoffer 2] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
Overwegingen ten aanzien van het bewezenverklaarde
Bewezenverklaring
hij op 5 december 2015 te Amsterdam opzettelijk mishandelend met gebalde vuist in het gezicht van die [slachtoffer 2] heeft geslagen, waardoor voornoemde [slachtoffer 2] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 27 weken.
13 weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 3.202,38 (drieduizend tweehonderdtwee euro en achtendertig cent),bestaande uit € 1.502,38 (duizend vijfhonderdtwee euro en achtendertig cent) materiële schade en € 1.700,00 (duizend zevenhonderd euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 7,50(zeven euro en vijftig cent).
€ 3.202,38 (drieduizend tweehonderdtwee euro en achtendertig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
42 (tweeënveertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.