In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1958, had in de periode van 29 mei 2014 tot en met 5 juni 2014 in Haarlem een aantal vuurwapens en munitie van categorie III voorhanden. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte een zwartkruitrevolver, een zwartkruitpistool, een enkelschots pistool en verschillende soorten munitie in zijn bezit had, zonder de benodigde vergunning. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 240 uren. In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het de vordering van de advocaat-generaal in overweging heeft genomen. Het hof heeft de verdachte niet gevolgd in zijn betoog dat hij niet in het bezit was van het zwartkruitpistool, omdat dit pistool onder hem in beslag was genomen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaren, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn gezondheid.