ECLI:NL:GHAMS:2017:391

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 februari 2017
Publicatiedatum
10 februari 2017
Zaaknummer
13/702987-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing schorsingsverzoek voorlopige hechtenis wegens recidivegevaar

In de zaak van de verdachte, geboren in Distrikt Suriname in 1952 en thans verblijvende in het huis van bewaring PI Rijnmond, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 9 januari 2017. De rechtbank had een bevel tot verlenging van de geldigheidsduur van de gevangenhouding gegeven. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en is van oordeel dat er voldoende ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte. Dit oordeel is gebaseerd op observaties, getuigenverklaringen en de vondst van verdovende middelen en een wapen bij de doorzoeking van de woning van de verdachte. Het hof vervangt de eerder gehanteerde 'kleine recidivegrond' door de grond van gevaar voor herhaling van een strafbaar feit, waarbij de gezondheid en veiligheid van personen in gevaar kunnen worden gebracht.

Gezien de lange periode van het feit dat aan de voorlopige hechtenis ten grondslag ligt, is het hof van mening dat het recidivegevaar niet kan worden ingeperkt door het stellen van voorwaarden. Het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis wordt dan ook afgewezen. De beslissing van het hof is dat het beroep tegen de bestreden beschikking wordt afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

Uitspraak

13/702987-16
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te Distrikt Suriname (Suriname) op [geboortedag] 1952,
verblijfsadres: [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring PI Rijnmond - Gev. De IJssel te Krimpen aan den IJssel,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 9 januari 2017, voor zover houdende bevel tot verlenging van de geldigheidsduur van zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 12 januari 2017, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennisgenomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. [naam 1], kantoorgenoot van mr. [naam 2].

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust, met dien verstande dat het hof de zogenoemde ‘kleine recidivegrond’ vervangt door de grond gevaar voor herhaling van een strafbaar feit waarop een gevangenisstraf van 6 jaar of meer is gesteld en waardoor de gezondheid en veiligheid van personen in gevaar kan worden gebracht.
Het hof is van oordeel dat uit de inhoud van het dossier, in het bijzonder uit de observaties, de verklaringen van getuigen alsook uit de verklaring van Hoogenboom en de bij de doorzoeking van de woning van de verdachte aangetroffen verdovende middelen en wapen, blijkt dat er voldoende ernstige bezwaren aanwezig zijn voor alle op de vordering inbewaringstelling vermelde feiten.
Nu het hof voor alle feiten voldoende ernstige bezwaren aanwezig acht alsmede gelet op de documentatie van de verdachte, is het hof van oordeel dat een omstandigheid als bedoeld in artikel 67a, derde lid, Sv zich thans niet voordoet.
Gelet op de lange periode van het onder 1 op de vordering inbewaringstelling vermelde feit dat mede aan de voorlopige hechtenis ten grondslag ligt is het hof van oordeel dat het recidivegevaar niet kan worden ingeperkt door het stellen van voorwaarden. Het mondeling gedane schorsingsverzoek wordt daarom afgewezen.
13/702987-16

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 2 februari 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. M. Iedema, voorzitter,
mrs. N.R.A. Meerbeek en N.N. Kirkels-Vrijman, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.F. van der Heide als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 2 februari 2017,
de advocaat-generaal