ECLI:NL:GHAMS:2017:388
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- M. Iedema
- N.R.A. Meerbeek
- N.N. Kirkels-Vrijman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schorsingsverzoek voorlopige hechtenis in verband met ernstige bezwaren
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 februari 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in Marokko in 1993 en thans verblijvende in het huis van bewaring te Zwaag, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 2 januari 2017, die een bevel tot zijn gevangenhouding had gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bevestigd, voor zover deze aan het oordeel van het hof was onderworpen. Daarbij heeft het hof de 'kleine recidivegrond' toegevoegd op basis van de documentatie van de verdachte. Uit het dossier bleek dat de verdachte was aangetroffen in een gestolen auto, waarin ook inbrekersgereedschap en gestolen goederen waren aangetroffen. Het hof oordeelde dat er voldoende ernstige bezwaren waren voor de feiten die aan de vordering tot inbewaringstelling ten grondslag lagen.
Met betrekking tot het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis heeft het hof overwogen dat er op 27 februari 2017 een nieuw reclasseringsadvies wordt verwacht. Het hof achtte het van belang om eerst helderheid te verkrijgen over mogelijke interventies voordat een schorsing van de voorlopige hechtenis aan de orde kon komen. Daarom werd het verzoek tot schorsing afgewezen. De beslissing van het hof was dat het beroep tegen de bestreden beschikking werd afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.