In deze tussenbeschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 26 september 2017, wordt het beklag behandeld van klager, vertegenwoordigd door mr. H. Bakker, tegen de beslissing van de officier van justitie van het arrondissementsparket Noord-Holland om geen strafvervolging in te stellen tegen de beklaagden wegens (zware) mishandeling. Het klaagschrift is op 22 september 2016 ingediend en is later aangevuld. Het hof heeft kennisgenomen van de stukken en heeft herhaaldelijk de advocaat-generaal verzocht om informatie over de voortgang van de procedure, aangezien het verslag en ambtsbericht uitbleven. De advocaat-generaal meldde op 19 juli 2017 dat de stukken naar verwachting in september beschikbaar zouden zijn, maar op 20 september 2017 werd duidelijk dat het openbaar ministerie nog steeds niet over de benodigde informatie beschikte.
Het hof constateert dat, meer dan tweeëneenhalf jaar na de aangifte van klager over geweld door twee parketwachters, er nog steeds geen inlichtingen zijn verstrekt die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van het beklag. Artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering biedt burgers de mogelijkheid om zich te beklagen bij het hof indien de officier van justitie niet overgaat tot vervolging. Het hof benadrukt dat de medewerking van de politie en de officier van justitie cruciaal is voor een juiste strafrechtelijke procedure, vooral in zaken waarin geklaagd wordt over het optreden van overheidsdienaren.
Ondanks het ontbreken van het verslag en ambtsbericht, besluit het hof om de inhoudelijke behandeling van het klaagschrift voort te zetten, gezien het belang van de zaak en de noodzaak van voortvarendheid. Klager en de beklaagden zullen worden opgeroepen voor een behandeling in raadkamer, waarbij het hof verwacht dat het openbaar ministerie vóór die datum de noodzakelijke stukken zal aanleveren. De behandeling van het beklag wordt aangehouden tot klager en beklaagden zijn opgeroepen en in de gelegenheid zijn gesteld om opmerkingen te maken over het ingediende beklag. Deze beschikking is gegeven door de rechters in tegenwoordigheid van de griffier, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.