Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.HDI GERLING VERZEKERINGEN N.V.,
2. MAAS LLOYD SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
3. REAAL SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
4. AMLIN EUROPE N.V.,
5. NATIONALE NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING
1.REMCO RUIMTEBOUW B.V.,
1.Het verdere verloop van beide gedingen in hoger beroep
2.Verdere beoordeling
Artikel 2 Omvang van de dekking
grief 21van Remco c.s. (in zaaknr. 200.114.938/01) en
grief IXvan Drienerveld (in zaaknr. 200.118.194/01).
1. Bent U het eens met de stelling en de argumenten daarvoor van Hageman op pagina 32 van haar rapport van 16-1-2008, dat TNO de bezwijkbelasting van de industriehallen onjuist heeft bepaald (nl op 73 kg/m2)2. Indien U dat geheel of gedeeltelijk met Hageman eens bent, kunt U dan gespecificeerd aangeven hoeveel die bezwijkbelasting naar Uw mening bedroeg?3. Heeft U in dit verband nog op- of aanmerkingen, waarvan u meent dat de rechtbank kennis dient te nemen?”
7kg/m2.
overeenkomt met het bezwijkmechanisme dat door ons en Hagenaars al is beschreven en onderzocht, namelijk dat instabiliteit optreedt door onvoldoende gesteund zijn van de onderflens van de spantligger. Het enige dat nieuw is in de theorie van Blaauwendraad is dat de onvoldoende steun het gevolg is van het bezwijken van de kipsteun door bezwijken van de gording waar deze aan is bevestigd. Anderzijds zou gekeken kunnen worden of de bezweken constructie indicaties geeft voor een dergelijk bezwijkscenario. We hebben dat gedaan en onze bevindingen daarbij zijn in paragraaf 5.3 weergegeven.
Daarnaast hebben ondergetekenden in de onderhavige notitie onderbouwd waarom er bij Transportcentrum 25 te Enschede ook geen sprake zal zijn geweest van naar beneden geschoven sneeuw, op de wijze zoals volgens Blaauwendraad is opgetreden.(…)”
] stelt Hageman dat de capaciteit van de constructie met betrekking tot de sneeuwbelasting maar 37 kg/m2 zou zijn.Ook schrijft zij dat de werkelijke gevallen sneeuwmassa 48 kg/m2 is(het gemiddelde van de bandbreedte die Meteo Consult aangeeft).Mits uitgerekend met een goed model heeft de constructie bij die sneeuwlast -die op zijn plaats blijft liggen- echter zo lage spanningen dat bezwijken onmogelijk is. Daarnaast schrijft Hageman zelf in[11;rapport Hageman van 16 januari 2008, hof
]dat bij de inspectie geen uitvoeringsfouten zijn waargenomen die tot de instorting kunnen hebben geleid. Ook in het opleveringsrapport is niet zo een melding gemaakt. We concluderen dat Hageman niet in staat is de oorzaak van de instorting aan te tonen.
(…)dat de constructie van Transportcentrum 25 niet de sterkte had die het volgens de normen ten tijde van de bouw diende te hebben, zodat er sprake was van een “constructiefout”.”
wélhet gevolg is geweest van een constructiefout. Dit uitgangspunt lijkt in deze procedure door de veelheid aan rapporten en processtukken op de achtergrond te zijn geraakt.
de sneeuwdruk niet met zekerheid hoger wasdan de belasting die de constructie minimaal had moeten kunnen weerstaan,
daarmeeal vast staat dat sprake is geweest van een constructiefout (MvG IA, nr164). [onderstreping hof].
In deze stand van zaken kan nog niet worden geconcludeerd of er sprake is geweest van een constructiefout dan wel van een te grote belasting door neerslag/sneeuw.Om die conclusie te kunnen trekken zal moeten komen vast te staan op welke belasting de constructie van de industriehallen feitelijk is uitgerekend door de constructeur van Remco.” [onderstreping hof]
Je zou kunnen zeggen: in dit rapport wordt de normtoets gedaan die de constructeur in het ontwerpstadium (1998) had kunnen leveren”).
(…) We tonen aan:
grieven I tot en met VIIIvan Drienerveld (in zaaknr. 200.118.194/01) en – in het voetspoor hiervan – de
grieven 1 tot en met 8van Remco c.s. (in zaaknr. 200.114.938/01). Dit betekent dat de verzekeraars aansprakelijk zijn voor de door Drienerveld geleden schade, terwijl de aansprakelijkheid van Remco c.s. jegens Drienerveld vanwege tekortschieten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de aannemingsovereenkomst niet is komen vast te staan. De vonnissen van 14 december 2011, 27 juni 2012 en het aanvullende vonnis van 19 september 2012 zullen derhalve worden vernietigd.
grief 2) als op het rapport van Sluijter (
grief 3). Ook het bewijsaanbod van de verzekeraars betreffende de aanwezigheid van een constructiefout door het horen van (een of meer van) de door de rechtbank benoemde deskundigen dient te worden gepasseerd, nu de verzekeraars onvoldoende concreet en duidelijk hebben toegelicht hoe hun verklaringen - naast hetgeen reeds wordt vermeld in de rapporten van deze deskundigen - nog een ander licht op de zaak kunnen werpen. Het had op de weg van de verzekeraars gelegen een dergelijke toelichting te geven, gelet op de gemotiveerde betwisting van de door deze deskundigen opgestelde rapporten door Drienerveld met de rapporten van Blaauwendraad.
€ 237.500
3.Beslissing
- in hoger beroep in principaal appel op € 5.221,35 aan verschotten en op € 22.900,-- aan salaris advocaat en in incidenteel appel op €9.169,-- aan salaris advocaat;
vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de veertiende dag na datum van dit arrest tot aan de dag der algehele voldoening;
- in hoger beroep in principaal appel op € 4.912,17 aan verschotten en op € 18.320,-- aan salaris advocaat en in incidenteel appel op 9.169,-- aan salaris advocaat;
vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de veertiende dag na datum van dit arrest tot aan de dag der algehele voldoening;