Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam op 3 augustus 2017 in de zaak van de verdachte, geboren op Curaçao in 1995, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland is. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 11 april 2017 werd uitgesproken. De tenlastelegging betrof de opzettelijke invoer van cocaïne op 27 maart 2017 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat er slechts aantekening was gedaan volgens artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en heeft dit bewezen verklaard. De verdachte is vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. De strafbaarheid van het bewezen verklaarde is niet uitgesloten, en het hof heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, maar de advocaat-generaal had een hogere straf van zes maanden geëist. De raadsman pleitte voor een straf gelijk aan de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht.
Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de invoer van cocaïne, wat schadelijk is voor de volksgezondheid en leidt tot criminaliteit. Het hof heeft besloten de gevangenisstraf te handhaven op vier maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften uit de Opiumwet toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 augustus 2017.