In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het een hoger beroep inzake de omgangsregeling tussen de man en de minderjarige. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft in eerdere procedures verzocht om een omgangsregeling die in het belang van de minderjarige zou zijn. Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 9 oktober 2013 en naar zijn eerdere beschikking van 29 maart 2016, waarin partijen naar de Opvoedpoli zijn verwezen voor begeleiding en ondersteuning bij de omgang. De vrouw heeft het hof verzocht om de zaak aan te houden in afwachting van het traject bij de Opvoedpoli, en de man heeft hiermee ingestemd. Het hof heeft de zaak aangehouden tot 11 juni 2017 om de voortgang van de procedure te bekijken.
Op 7 juni 2017 heeft de vrouw opnieuw verzocht om aanhouding van de zaak, omdat Altra geen omgangsregeling had opgestart en de Opvoedpoli had voorgesteld dat de minderjarige angsttherapie zou volgen. Het hof heeft partijen verzocht om binnen vier weken aan te geven wat volgens hen de voortgang van de procedure dient te zijn, met de nadruk op het toewerken naar een eindbeslissing. De beslissing van het hof is pro forma aangehouden tot 8 oktober 2017, waarbij partijen schriftelijk dienen te berichten over de voortgang van de procedure. De beschikking is gegeven door de meervoudige kamer en is op 5 september 2017 in het openbaar uitgesproken.