In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vrouw tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin een omgangsregeling is vastgesteld voor de minderjarige, geboren in 2005, die door de vrouw wordt verzorgd. De vrouw heeft op 7 januari 2014 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 9 oktober 2013. Tijdens de procedure zijn verschillende stukken ingediend door beide partijen en zijn er meerdere zittingen geweest. Het hof heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om onderzoek te doen naar de omgangsregeling. Na een aantal zittingen en rapportages heeft het hof op 3 maart 2016 besloten om partijen te verwijzen naar de Opvoedpoli voor begeleiding en ondersteuning bij de omgang. Het hof heeft bepaald dat de man zich binnen twee weken na de uitspraak moet aanmelden bij de Opvoedpoli en dat de kosten van de begeleiding door beide partijen gedeeld moeten worden. De verdere behandeling van de zaak is aangehouden tot een later moment, waarbij partijen het hof op de hoogte moeten houden van het verloop van het traject.