Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
BRENER INŞAAT TAAHHÜT A.S.,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een hoger beroep tussen Brener İnşaat Taahhüt A.S., een rechtspersoon naar het recht van Turkije, en Hotel Downtown B.V., gevestigd te Amsterdam. Brener is de appellante in het principaal appel en geïntimeerde in het incidenteel appel, terwijl Downtown de geïntimeerde in het principaal appel en appellante in het incidenteel appel is. De zaak betreft de vraag of Brener kan worden ontvangen in haar hoger beroep, gezien de stelling van Downtown dat Brener geen rechtsopvolgster is van de processuele wederpartij in eerste aanleg.
Het hof heeft op 14 maart 2017 een tussenarrest uitgesproken en Brener in de gelegenheid gesteld om te reageren op de stelling van Downtown. Brener heeft vervolgens een akte genomen en producties ingediend, waar Downtown op heeft gereageerd met een antwoordakte. Het hof heeft vastgesteld dat Brener wel degelijk de rechtsopvolgster is van de processuele wederpartij van Downtown in eerste aanleg, en dat Downtown dit feit niet heeft betwist. Hierdoor kan Brener in haar hoger beroep worden ontvangen, evenals Downtown in haar incidentele appel.
Het hof heeft ook de vraag of een comparitie van partijen moet worden gelast in het midden gelaten, omdat Brener inmiddels pleidooi heeft gevraagd. De zaak is verwezen naar de rol voor dagbepaling pleidooi op 19 september 2017, en verdere beslissingen zijn aangehouden.