ECLI:NL:GHAMS:2017:357
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in het belang van verzorging en opvoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen, [kind a] en [kind b], die onder toezicht zijn gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (de GI). De moeder van de kinderen, die sinds januari 2016 in voorlopige hechtenis zat en later in een psychiatrisch ziekenhuis werd geplaatst, verzocht om vernietiging van de eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing was verleend. De moeder stelde dat de kinderen bij hun tante verbleven en dat er geen machtiging nodig was, omdat alle partijen het erover eens waren dat de kinderen bij de tante moesten blijven. De GI en de Raad voor de Kinderbescherming steunden de huidige situatie, maar de GI had de machtiging aangevraagd om de continuïteit van de zorg te waarborgen.
Het hof overwoog dat de moeder feitelijk niet in staat was om voor de kinderen te zorgen en dat de uithuisplaatsing noodzakelijk was voor hun verzorging en opvoeding. Het hof bevestigde dat de wet een machtiging tot uithuisplaatsing vereist, ook al was er instemming van alle betrokkenen. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de machtiging moest worden verleend, en het hof bekrachtigde de bestreden beschikking. De kinderen blijven bij hun tante wonen, en het hof ging ervan uit dat de GI deze toezegging zou nakomen. De moeder's verzoek om proceskostenveroordeling van de GI werd afgewezen.