Vervolgens is er een discussie tussen de notaris en klager ontstaan over het slot van de akte. Bij e-mailbericht van 19 oktober 2016 (9.22 uur) heeft de notaris het volgende bericht:
“(...) Ik heb van u opdracht gekregen de vaststellingsovereenkomst zoals door u aangeleverd vast te leggen in een notariele akte. (...) Het slot van de akte heb ik opgenomen om duidelijk aan te geven dat ik geen bemoeienis heb met de gevolgen uit deze overeenkomst. Ik heb deze uitsluitend voor u vastgelegd. Ik handhaaf derhalve de slotpassage.”
Vervolgens heeft de notaris klager bij e-mailbericht de gewijzigde concept-akte toegezonden. De notaris heeft het slot als volgt gewijzigd:
“De verschenen persoon is mij, notaris, bekend en de identiteit van de verschenen persoon is door mij, notaris, aan de hand van het hiervoor vermelde en daartoe bestemde document vastgesteld.
Deze akte is verleden te [plaats] op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.
Deze akte is uitsluitend een verklaring van de verschenen persoon, handelend als gemeld, voor mij, notaris, afgelegd en door mij in deze akte vastgelegd, tenzij het tegendeel uit deze akte blijkt.
De verschenen persoon heeft verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen en tijdig voor het verlijden van de akte een concept-akte te hebben ontvangen, van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen.
Onmiddellijk daarna is de akte beperkt voorgelezen en door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend.”
Hierop heeft klager bij e-mailbericht (10.55 uur) het volgende bericht:
“Dat u van [besloten vennootschap] en mij het verzoek hebt gekregen om de akte op te stellen volgens de tekst die u aangeleverd is blijkt met voldoende duidelijkheid uit onze correspondentie hierover.
Het is rechtens niet vereist en door ons niet gewenst dat u de door mij gehekelde passage in de akte opneemt. Daarom dient die daar niet in voor te komen.
Ten overvloede wijs ik u er op dat - op grond van de thans geldende Verordening beroeps- en gedragsregels - u aan dit verzoek gehoor dient te geven. Tevens dat dit verzoek niet aan te merken is als gegronde redenen van dienstweigering als bedoeld in artikel 21 lid 2 Wet op het notarisambt. (...)
Zou u mij uiterlijk op 11.00 uur willen bevestigen dat vandaag om 14.00 uur de akte in de hiervoor beschreven vorm al dan niet door mij getekend kan worden.”
Bij e-mailbericht (11.19 uur) heeft de notaris het volgende bericht:
“Als notaris heb ik de verplichting u erop te wijzen dat de inhoud van de akte niet door mij getoetst is. De passage handhaaf ik daarom, ook om u hierop uitdrukkelijk te wijzen.”
Bij e-mailbericht (13.21 uur) heeft de notaris nog het volgende bericht:
“Ik verwacht u conform afspraak vanmiddag om 14.00 uur voor het tekenen van de akte.”
Diezelfde dag heeft de notaris bij e-mailbericht nog het volgende bericht:
“Ik miste u op onze afspraak vanmiddag om 14.00 uur.
Ik attendeer u erop dat ik de kosten wel bij u in rekening breng, indien u op korte termijn geen nieuwe afspraak met mij maakt.”