ECLI:NL:GHAMS:2017:339

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 januari 2017
Publicatiedatum
10 februari 2017
Zaaknummer
23-002060-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling wegens winkeldiefstal met vrijspraak van medeplegen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Roemenië en thans gedetineerd, was eerder veroordeeld voor diefstal en heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 24 mei 2016. De tenlastelegging betrof het stelen van levensmiddelen uit een winkel, Kiosk, op 22 mei 2016 te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere bewezenverklaring en kwalificatie kwam dan de politierechter. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de diefstal had gepleegd, maar sprak haar vrij van medeplegen.

De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, waarbij het hof rekening hield met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. De verdachte had eerder al twee veroordelingen voor diefstal opgelopen, wat het hof meebracht in zijn overwegingen. Het hof concludeerde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen omstandigheden waren die haar strafbaarheid uitsloten. De op te leggen straf was gegrond op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. A.N. Biersteker.

Uitspraak

parketnummer: 23-002060-16
datum uitspraak: 18 januari 2017
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 24 mei 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-701942-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1976,
adres: [adres] (Roemenië),
thans uit anderen hoofde gedetineerd in P.I.V. HvB Nieuwersluis te Nieuwersluis.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 januari 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 22 mei 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer levensmiddel(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Kiosk, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring en een andere kwalificatie komt dan de politierechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op 22 mei 2016 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen levensmiddelen toebehorende aan Kiosk.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 weken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 weken.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft uit een winkel diverse levensmiddelen gestolen. Zij heeft er aldus blijk van gegeven het eigendomsrecht van dat winkelbedrijf niet te respecteren. Winkeldiefstal brengt voor de winkelier overlast mee en veroorzaakt schade.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 29 december 2016 is zij in een zeer korte periode voorafgaand aan het gepleegde feit tweemaal eerder, namelijk op 16 maart 2016 en op 8 april 2016, ter zake van diefstallen onherroepelijk veroordeeld. Deze veroordelingen hebben de verdachte er kennelijk niet van weerhouden om kort daarna wederom een diefstal te plegen.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, mr. F.A. Hartsuiker en mr. P. Greve, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Biersteker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 januari 2017.
[.............]
.