ECLI:NL:GHAMS:2017:338

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 januari 2017
Publicatiedatum
10 februari 2017
Zaaknummer
23-002061-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van winkeldiefstal na hoger beroep

Op 18 januari 2017 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van een verdachte die in hoger beroep was gegaan tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van winkeldiefstal, gepleegd op of omstreeks 22 mei 2016 te Amsterdam. De tenlastelegging hield in dat de verdachte samen met anderen of alleen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening levensmiddelen had weggenomen die toebehoorden aan Kiosk. Tijdens de zitting in hoger beroep op 4 januari 2017 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf van 5 weken had geëist. Het hof heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachte, en dat de verdachte niet als medepleger van de diefstal kon worden aangemerkt. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, en de uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

parketnummer: 23-002061-16
datum uitspraak: 18 januari 2017
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 24 mei 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-701941-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1984,
adres: [adres] (Roemenië),
thans uit anderen hoofde gedetineerd in PI Noord Holland Noord - HvB Zwaag te Zwaag.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 januari 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 22 mei 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer levensmiddel(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Kiosk, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een vrijspraak komt.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 weken.

Vrijspraak

Op grond van het dossier kan niet met de voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid worden vastgesteld dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachte [medeverdachte]. Daarmee is onvoldoende vast komen te staan dat de verdachte als medepleger bij de diefstal betrokken was. Dat de verdachte de diefstal alleen heeft gepleegd kan evenmin uit het strafdossier worden afgeleid. Derhalve is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, mr. F.A. Hartsuiker en mr. P. Greve, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Biersteker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 januari 2017.
[..............]
.