In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor het rijden onder invloed en het besturen van een voertuig terwijl hem de rijbevoegdheid was ontzegd. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken en een geldboete van €420. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een werkstraf van 30 uur, een geldboete van €650 en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor vier maanden. Het hof heeft de eerdere veroordeling bevestigd, maar de strafmaat aangepast. Het hof oordeelde dat de verdachte, gezien zijn recidive en het feit dat hij opnieuw een strafbaar feit had gepleegd, een gevangenisstraf en een ontzegging van de rijbevoegdheid passend vond. De verdachte had geen respect getoond voor eerdere rechterlijke uitspraken en had de verkeersveiligheid in gevaar gebracht door onder invloed te rijden. Het hof heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke hechtenis toegewezen, omdat de verdachte zich tijdens de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft de gevangenisstraf en de ontzegging van de rijbevoegdheid opgelegd, evenals de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke hechtenis.