ECLI:NL:GHAMS:2017:3310
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming verhuizing kinderen van C naar B
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming voor de verhuizing van de kinderen van de vrouw naar [B]. De man, verzoeker in hoger beroep, is het niet eens met de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 22 mei 2017, waarin aan de vrouw toestemming werd verleend om met de kinderen te verhuizen. De man stelt dat de verhuizing niet in het belang van de kinderen is, omdat dit hun dagelijkse contact met hem zou verminderen en hen uit hun vertrouwde omgeving zou halen. De vrouw daarentegen argumenteert dat de verhuizing noodzakelijk is vanwege haar nieuwe relatie en de komst van een tweeling, en dat de kinderen in [B] een betere leefomgeving zullen hebben.
Tijdens de mondelinge behandeling op 2 augustus 2017 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten. De raad voor de kinderbescherming heeft ook een adviserende rol gespeeld in deze procedure. Het hof heeft de belangen van de kinderen afgewogen, waarbij het belang van continuïteit in hun opvoeding en de zorg van beide ouders in overweging is genomen. Het hof concludeert dat de vrouw, gezien de omstandigheden, de kinderen naar [B] mag verhuizen, en bekrachtigt de eerdere beslissing van de rechtbank. Tevens is de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de nodige stappen voor de verhuizing en schoolgang van de kinderen snel kunnen worden gezet.
Het hof benadrukt het belang van samenwerking tussen de ouders en de noodzaak van hulpverlening voor de kinderen, om hen te ondersteunen in deze overgangssituatie. De beslissing van het hof houdt rekening met de belangen van de kinderen, die zowel bij de vrouw als de man een goede band hebben, en de noodzaak om hen een stabiele en veilige omgeving te bieden.