ECLI:NL:GHAMS:2017:3291
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens strafrechtelijke verdenking en verwijtbaar handelen van de werknemer
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [appellant] met Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V. (KLM). [appellant], die sinds 1997 in dienst was bij KLM als Teamlid Bagageprocessen, werd geconfronteerd met een strafrechtelijke verdenking van overtredingen van de Opiumwet en deelname aan een criminele organisatie. De kantonrechter had eerder de arbeidsovereenkomst ontbonden op basis van verwijtbaar handelen van [appellant], wat KLM in redelijkheid niet kon vergen om de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Het hof oordeelde dat de strafrechtelijke verdenking, gezien de ernst van de feiten en de vertrouwensfunctie van [appellant], een redelijke grond voor ontbinding opleverde. Het hof verwierp de grieven van [appellant] die stelden dat hij onschuldig was en dat KLM had moeten wachten op de uitkomst van het hoger beroep in de strafzaak. Het hof concludeerde dat de kantonrechter terecht had geoordeeld dat er sprake was van ernstig verwijtbaar handelen, waardoor KLM geen transitievergoeding verschuldigd was. De beschikking van de kantonrechter werd bekrachtigd, en [appellant] werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.