ECLI:NL:GHAMS:2017:3207
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.E. van Tuyll van Serooskerken–Röell
- J.W.M. Tromp
- S.B. van Baalen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake rechtsmacht Nederlandse rechter bij terugbetaling creditcard saldo
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van INTERNATIONAL CARD SERVICES B.V. (hierna: ICS) tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin deze zich onbevoegd verklaarde om van het geschil kennis te nemen. Het geschil betreft een vordering van ICS tot terugbetaling van een saldo op een creditcard, dat door de geïntimeerde, voorheen woonachtig in Nederland en thans in Frankrijk, niet is voldaan. De kantonrechter oordeelde dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht had, omdat de betalingen niet meer contant op het kantoor van de kredietgever plaatsvinden, maar via bankoverschrijving, waardoor de woonplaats van de kredietnemer niet meer relevant zou zijn.
ICS is in hoger beroep gekomen en heeft betoogd dat de kantonrechter ten onrechte onbevoegd was. Het hof overweegt dat ten tijde van het sluiten van de overeenkomst de geïntimeerde in Nederland woonachtig was en dat er geen aanwijzingen zijn dat de overeenkomst internationale aspecten heeft. De terugbetalingsverplichting is volgens het Nederlands recht een brengschuld, waardoor de Nederlandse rechter op grond van de EEX-Verordening bevoegd is om van de vordering kennis te nemen, ondanks de huidige woonplaats van de geïntimeerde in Frankrijk.
Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en verklaart deze bevoegd om van de zaak kennis te nemen. De zaak wordt terugverwezen naar de kantonrechter voor verdere behandeling. De geïntimeerde wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van ICS zijn begroot op € 872,15 aan verschotten en € 894 voor salaris. Het arrest is uitgesproken op 8 augustus 2017.