ECLI:NL:GHAMS:2017:32

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 januari 2017
Publicatiedatum
10 januari 2017
Zaaknummer
23-002661-11
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Amsterdam inzake meerdere vermogensdelicten

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 31 mei 2011. De verdachte was beschuldigd van meerdere vermogensdelicten, waaronder diefstal en poging tot diefstal van voertuigen en andere goederen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan verschillende diefstallen, waarbij hij zich toegang tot de plaatsen des misdrijf heeft verschaft door middel van braak en geweld. De tenlastelegging omvatte onder andere het wegnemen van auto's, sigaretten en andere goederen, waarbij de verdachte betrokken was bij het gebruik van geweld tegen slachtoffers. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij hierbij betrokken was. De verdachte is echter wel schuldig bevonden aan een aantal feiten, waaronder diefstal met braak en opzetheling van een auto. De rechtbank had de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 45 maanden, maar het hof heeft deze straf gematigd tot 24 maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen behandeld, waarbij schadevergoeding is toegewezen voor enkele slachtoffers. Het hof heeft de vorderingen van andere benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt.

Uitspraak

Parketnummer: 23-002661-11
Datum uitspraak: 10 januari 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 31 mei 2011 in de strafzaak onder parketnummer 13-666201-10 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
14 december 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte beperkt hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1. primair:
hij op of omstreeks 3 mei 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een auto (merk Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door het slot te forceren, in elk geval door middel van braak/verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel;
1. subsidiair:
hij op of omstreeks 03 mei 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een auto (merk Volkswagen Golf, kenteken [kenteken 1] ) heeft verworven, en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2:
hij op of omstreeks 4 mei 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een auto (merk Audi S6, kenteken [kenteken 2] ), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het een door diefstal, in elk geval (een) door middel van misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3:
hij op of omstreeks 5 mei 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in /uit een BP tankstation heeft weggenomen sigaretten (diverse merken, voor een waarde van 18.900 euro) en/of één of meerdere kassalades en/of geldkistje(s) met daarin een geldbedrag (van 1690 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan dhr. [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door een ruit aan de voorzijde in te slaan en het tankstation via die kapotte ruit te betreden;
subsidiair:
hij op of omstreeks 5 mei 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk uit winstbejag (een) door diefstal, in elk geval door misdrijf verkregen partij sigaretten (één of meerdere sloffen) voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen;
4:
hij in of omstreeks de periode van 23 december 2009 tot en met 24 december 2009 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit één of meerdere auto's, te weten
a. een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 3] en/of
b. een Skoda Octavia met kenteken [kenteken 4] en/of
c. een BMW met kenteken [kenteken 5]
heeft weggenomen
a. één of meerdere tennisrackets en/of een jas en/of één of meerdere boeken en/of cd's en/of cosmetica en/of
b. een navigatiesysteem (merk TomTom) en/of
c. parfum en/of één of meerdere kledingstukken en/of een tas,
geheel of ten dele toebehorende aan
a. [slachtoffer 3] en/of
b. [slachtoffer 4] en/of
c. [slachtoffer 5] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door met gereedschap, althans met een (hard)voorwerp één of meerdere (auto)ruiten in te slaan en/of te verbreken, in elk geval door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
5 primair:
hij in of omstreeks de periode van 23 december 2009 tot en met 24 december 2009 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit één of meerdere auto's te weten:
a. een Mercedes Benz (met kenteken [kenteken 6] ) en/of
b. een Volkswagen Golf (met kenteken [kenteken 7] ) en/of
c. een BMW (met kenteken [kenteken 8] ) en/of
d. een Ford Mondeo (met kenteken [kenteken 9] ) en/of
e. een Peugeot 307 (met kenteken [kenteken 10] ) en/of
f. een Volkswagen Golf (met kenteken [kenteken 11] ) en/of
g. een Saab (met kenteken [kenteken 12] ) en/of
h. een Renault Megane (met kenteken [kenteken 13] ) en/of
i. een Volkswagen Golf (met kenteken [kenteken 14] ) en/of
j. een Hyundai H1 (met kenteken [kenteken 15] ) en/of
k. een Volkswagen Golf (met kenteken [kenteken 16] ) en/of
l. een Volkswagen Passat (met kenteken [kenteken 17] ) en/of
m. een Ford Focus (met kenteken [kenteken 18] ) en/of
n. een Renault Laguna (met kenteken [kenteken 19] ) en/of
o. een Volkswagen Bora (met kenteken [kenteken 20] ) en/of
p. een Chevrolet Captiva (met kenteken [kenteken 21] ) en/of
q. een Audi A3 (met kenteken [kenteken 22] ),
weg te nemen één of meerdere goederen en/of geld naar zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan a. [slachtoffer 6] en/of
b. [slachtoffer 7] en/of
c. [slachtoffer 8] en/of
d. [slachtoffer 9] en/of
e. [slachtoffer 10] en/of
f. [slachtoffer 11] en/of
g. [slachtoffer 12] en/of
h. [slachtoffer 13] en/of
i. [slachtoffer 14] en/of
j. [slachtoffer 15] en/of
k. [slachtoffer 16] en/of
l. [slachtoffer17] en/of
m. [slachtoffer 18] en/of
n. [slachtoffer 19] en/of
o. [slachtoffer 20] en/of
p. [slachtoffer 21] en/of
q. [slachtoffer 22] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te verschaffen en/of de weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door met gereedschap, althans met een (hard)voorwerp één of meerdere (auto)ruiten in te slaan en/of te verbreken, in elk geval door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
5 subsidiair:
hij op of omstreeks de periode van 23 december 2009 tot en met 24 december 2009 te Amsterdam,
in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk één of meerdere auto's, te weten:
a. een Mercedes Benz (met kenteken [kenteken 6] ) en/of
b. een Volkswagen Golf (met kenteken [kenteken 7] ) en/of
c. een BMW (met kenteken [kenteken 8] ) en/of
d. een Ford Mondeo (met kenteken [kenteken 9] ) en/of
e. een Peugeot 307 (met kenteken [kenteken 10] ) en/of
f. een Volkswagen Golf (met kenteken [kenteken 11] ) en/of
g. een Saab (met kenteken [kenteken 12] ) en/of
h. een Renault Megane (met kenteken [kenteken 13] ) en/of
i. een Volkswagen Golf (met kenteken [kenteken 14] ) en/of
j. een Hyundai H1 (met kenteken [kenteken 15] ) en/of
k. een Volkswagen Golf (met kenteken [kenteken 16] ) en/of
l. een Volkswagen Passat (met kenteken [kenteken 17] ) en/of
m. een Ford Focus (met kenteken [kenteken 18] ) en/of
n. een Renault Laguna (met kenteken [kenteken 19] ) en/of
o. een Volkswagen Bora (met kenteken [kenteken 20] ) en/of
p. een Chevrolet Captiva (met kenteken [kenteken 21] ) en/of
q. een Audi A3 (met kenteken [kenteken 22] ),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
a. [slachtoffer 6] en/of
b. [slachtoffer 7] en/of
c. [slachtoffer 8] en/of
d. [slachtoffer 9] en/of
e. [slachtoffer 10] en/of
f. [slachtoffer 11] en/of
g. [slachtoffer 12] en/of
h. [slachtoffer 13] en/of
i. [slachtoffer 14] en/of
j. [slachtoffer 15] en/of
k. [slachtoffer 16] en/of
l. [slachtoffer17] en/of
m. [slachtoffer 18] en/of
n. [slachtoffer 19] en/of
o. [slachtoffer 20] en/of
p. [slachtoffer 21] en/of
q. [slachtoffer 22] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door met gereedschap, althans met een (hard)voorwerp één of meerdere (auto)ruiten in te slaan en/of te verbreken;
7 primair:
hij op of omstreeks 22 mei 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een auto (Audi RS4 met kenteken [kenteken 23] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 23] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 23] en [slachtoffer 24] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat verdachte en/of
zijn mededader(s) een pistool gericht hield op die [slachtoffer 23] en [slachtoffer 24] en/of (vervolgens) riep/zei dat die
[slachtoffer 23] en [slachtoffer 24] uit de auto moesten stappen en/of waarna verdachte en/of zijn mededader(s) in de auto zijn weggereden;
en/of
hij op of omstreeks 22 mei 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 23] en/of [slachtoffer 24] heeft gedwongen tot de afgifte van een (personen)auto (merk Audi RS4), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 23] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte en/of zijn mededader(s) een pistool gericht hield op die [slachtoffer 23] en [slachtoffer 24] en/of (hierbij) riep dat zij uit de auto moesten stappen en/of (vervolgens) verdachte en/of zijn mededader(s) in de auto zijn weggereden;
7 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 22 mei 2010 tot en met 4 juni 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk uit winstbejag (een) door diefstal (met geweld), in elk geval door misdrijf verkregen auto (merk Audi RS4, kenteken [kenteken 23] ) voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen;
8:
hij op of omstreeks 25 april 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een Skybar ( [hotel] heeft weggenomen een kassalade (met daarin 70 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [hotel] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door de toegangsdeur te forceren, althans door middel van braak/verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel;
11:
hij op of omstreeks 29 mei 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een tankstation (gelegen aan de [straat] ) heeft weggenomen sigaretten (met een totale waarde van ongeveer 7.000 à 10.000 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 25] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door (met kracht) met een moker en/of een breekijzer en/of door (met kracht) te trappen een deur open te breken en/of te forceren en/of (vervolgens) met kracht een rolluik, waarachter voornoemde sigaretten zich bevonden, open te breken en/of te forceren, in elk geval door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
12:
hij op of omstreeks 09 juni 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit BP tankstation ( [adres 2] ) heeft weggenomen sigaretten (met een totale waarde van 8665,70 euro) en/of een diplay met cd's (met een totale waarde van 890,01 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan bedrijf BP, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door (met kracht) met een breekvoorwerp de toegangsdeur(en) open te breken en/of te forceren en/of (vervolgens) (met kracht) met een breekvoorwerp de toegangsdeur tot een kantoorruimte open te breken en/of te forceren, in elk geval door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.

Vrijspraak 1 primair, 1 subsidiair, 2, 3 primair, 3 subsidiair, 7 primair en 12

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1 primair, 1 subsidiair, 2, 3 primair, 3 subsidiair, 7 primair en 12 is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Het hof overweegt daartoe als volgt.
Feit 1 primair
De verdachte heeft medeverdachte [medeverdachte] afgezet in de buurt van de Marnixstraat. De medeverdachte
is naar een VW Golf gelopen, heeft deze geopend, is ingestapt en is daarna met de auto weggereden.
De verdachte is vervolgens achter de medeverdachte aangereden. Uit het voorgaande blijkt niet dat de verdachte enige uitvoeringshandeling heeft verricht, of dat hij anderszins een gewichtige intellectuele en/of materiële bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van het tenlastegelegde delict.
Feit 1 subsidiair
Uit het dossier blijkt niet dat de verdachte op 3 mei 2010 wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de auto uit een misdrijf afkomstig was.
Feit 2
De advocaat-generaal heeft betoogd dat een verbalisant de verdachte op 4 mei 2010 in de betreffende auto heeft gezien en dat de auto op 5 mei 2010 gebruikt is bij een diefstal waar de verdachte bij betrokken was. Uit deze omstandigheden blijkt niet dat de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de auto uit een misdrijf afkomstig was.
Feit 3 primair
Het dossier bevat onvoldoende bewijsmiddelen om met voldoende zekerheid te kunnen vaststellen dat
de verdachte aanwezig was op de plaats delict en daar een bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van de diefstal.
Feit 3 subsidiair
Er is geen onderzoek gedaan naar de inhoud van de sporttassen, waardoor niet vastgesteld kan worden welke goederen zich in de sporttassen bevonden en of deze goederen uit een misdrijf afkomstig waren.
Feit 12
De advocaat-generaal heeft betoogd dat het feit is gepleegd met een auto waarover onder andere de verdachte de beschikking had en dat uit het telefoongebruik van de verdachte blijkt dat hij die bewuste nacht op stap was. Het voorgaande is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte bij de gepleegde diefstal.

Bewijsoverwegingen 7 subsidiair en 11

Feit 7 subsidiair
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat uit niets blijkt dat de verdachte wist dan wel rekening diende te houden met de aanmerkelijke kans dat de auto uit een misdrijf afkomstig was, dat niet is gebleken dat de verdachte de beschikkingsmacht over de auto heeft gehad en dat het bewijs voor een nauwe en bewuste samenwerking op het voorhanden hebben van de auto ontbreekt.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt als volgt.
Op 22 mei 2010 is een Audi RS 4 met het kenteken [kenteken 23] gecarjackt. Deze auto is dezelfde dag geparkeerd in een garagebox aan de Lindenlaan te Amstelveen. Uit observaties is gebleken dat de verdachte een van de personen was die gebruik maakte van deze box. Op 26 mei 2010 is de betreffende Audi voorzien van een andere kentekenplaat, namelijk [kenteken 24] . Op 3 juni 2010 om 20.12 uur belt de verdachte met ‘ [naam 1] ’. In dit gesprek zegt de verdachte dat hij er “eentje” voor [naam 1] heeft, dat hij er “vijf” voor wil en dat hij de auto 10 dagen heeft. [naam 1] zegt dat hij de kant van de verdachte op komt.
Op 4 juni 2010 rond 01.04 uur wordt de verdachte gezien als passagier in een Golf. Deze Golf rijdt naar de Augustus Vermeulenstraat, waar diverse personen uitstappen bij de geparkeerde Audi, die kort hierna samen met de Golf wegrijdt. Op 4 juni 2010 vanaf 01.31 uur voert de verdachte enkele telefonische gesprekken met [naam 1] . In deze gesprekken zegt [naam 1] dat de auto “danst” en dat “het stuur kankerzwaar is” en dat hij hem het liefst wil inruilen tegen die andere. De verdachte zegt “ik doe het niet weg ehh omdat het zogenaamd danst hoor, ik doe het weg omdat er wat anders is.” Het hof is van oordeel dat bovengenoemde feiten vragen om een verklaring van de verdachte. Deze heeft zich in eerste aanleg beroepen op zijn zwijgrecht en heeft alleen verklaard niets met de auto te maken te hebben. Gelet op
de genoemde feiten is deze verklaring ongeloofwaardig en is het hof van oordeel dat het feit wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Feit 11
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat uit het feit dat de verdachte met twee andere personen heeft gesproken op een tijdstip gelegen voorafgaande aan de inbraak niet de conclusie kan worden getrokken dat hij hierbij betrokken is geweest en dat het door de verdachte gevoerde telefoongesprek onvoldoende is voor een bewezenverklaring.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt als volgt.
Op 29 mei 2010 omstreeks 05.50 uur is een diefstal met braak gepleegd bij een tankstation aan de [straat] . De verdachte heeft tussen 02.13 uur en 06.44 uur sms- en belverkeer gehad met meerdere personen. De verdachte heeft de middag erna een gesprek met [naam 2] . Als [naam 2] vraagt hoe het gisteren ging, antwoordt de verdachte: “die kofferbak ging open, alles eruit (…) Toen WE weggingen blazen, die kofferbak ging open, alles eruit gevallen!” Op de camerabeelden is waargenomen dat de daders (vermoedelijk) sigaretten in een blauwe vuilniszak stoppen en deze zak in de kofferbak van hun auto leggen. Als de daders wegrijden gaat de kofferbak van de auto open en vallen de blauwe vuilniszak en pakjes sigaretten eruit. Op grond van het voorgaande constateert het hof dat de verdachte de bewuste avond op stap is geweest en dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte heeft gesproken over de sigaretten die bij de inbraak uit de kofferbak zijn gevallen. De verdachte heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht en heeft daardoor nagelaten hierover een verklaring te geven. Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat het feit wettig en overtuigend kan worden bewezen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 4, 5 primair, 7 subsidiair, 8 en 11 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
4:
hij in de periode van 23 december 2009 tot en met 24 december 2009 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit meerdere auto's, te weten
a. een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 3] en
b. een Skoda Octavia met kenteken [kenteken 4] en
c. een BMW met kenteken [kenteken 5]
heeft weggenomen
a. tennisrackets en een jas en cosmetica en
b. een navigatiesysteem merk TomTom en
c. parfum en één kledingstuk en een tas,
toebehorende aan
a. [slachtoffer 3] en
b. [slachtoffer 4] en
c. [slachtoffer 5] ,
waarbij verdachte de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door autoruiten in te slaan.
5 primair:
hij in de periode van 23 december 2009 tot en met 24 december 2009 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit meerdere auto's te weten:
a. een Mercedes Benz (met kenteken [kenteken 6] ) en
b. een Volkswagen Golf (met kenteken [kenteken 7] ) en
c. een BMW (met kenteken [kenteken 8] ) en
d. een Ford Mondeo (met kenteken [kenteken 9] ) en
e. een Peugeot 307 (met kenteken [kenteken 10] ) en
f. een Volkswagen Golf (met kenteken [kenteken 11] ) en
g. een Saab (met kenteken [kenteken 12] ) en
h. een Renault Megane (met kenteken [kenteken 13] ) en
i. een Volkswagen Golf (met kenteken [kenteken 14] ) en
j. een Hyundai H1 (met kenteken [kenteken 15] ) en
k. een Volkswagen Golf (met kenteken [kenteken 16] ) en
l. een Volkswagen Passat (met kenteken [kenteken 17] ) en
m. een Ford Focus (met kenteken [kenteken 18] ) en
n. een Renault Laguna (met kenteken [kenteken 19] ) en
o. een Volkswagen Bora (met kenteken [kenteken 20] ) en
p. een Chevrolet Captiva (met kenteken [kenteken 21] ) en
q. een Audi A3 (met kenteken [kenteken 22] ),
weg te nemen goederen en geld naar zijn gading, toebehorende aan
a. [slachtoffer 6] en
b. [slachtoffer 7] en
c. [slachtoffer 26] en
d. [slachtoffer 9] en
e. [slachtoffer 10] en
f. [slachtoffer 11] en
g. [slachtoffer 12] en
h. [slachtoffer 13] en
i. [slachtoffer 14] en
j. [slachtoffer 15] en
k. [slachtoffer 16] en
l. [slachtoffer17] en
m. [slachtoffer 18] en
n. [slachtoffer 19] en
o. [slachtoffer 20] en
p. [slachtoffer 21] en
q. [slachtoffer 22] ,
waarbij verdachte de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft getracht te brengen door autoruiten in te slaan.
7 subsidiair:
hij in de periode van 22 mei 2010 tot en met 4 juni 2010 te Amsterdam, opzettelijk uit winstbejag een door misdrijf verkregen auto merk Audi RS4, kenteken [kenteken 23] , voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen.
8:
hij op 25 april 2010 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een Skybar [hotel] heeft weggenomen een kassalade met daarin 70 euro, toebehorende aan [hotel] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft door middel van een valse sleutel.
11:
hij op 29 mei 2010 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een tankstation, gelegen aan de [straat] , heeft weggenomen sigaretten met een totale waarde van ongeveer 7.000 à 10.000 euro, toebehorende aan [slachtoffer 25] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht met een moker en een breekijzer en door te trappen een deur open te breken en vervolgens een rolluik, waarachter voornoemde sigaretten zich bevonden, open te breken.
Hetgeen onder 4, 5 primair, 7 subsidiair, 8 en 11 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen.
De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep
in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 4, 5 primair, 7 subsidiair, 8 en 11 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd.
Het onder 5 primair bewezen verklaarde levert op:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd.
Het onder 7 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
opzetheling.
Het onder 8 bewezen verklaarde levert op:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels.
Het onder 11 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 4, 5 primair, 7 subsidiair, 8 en 11 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 45 maanden, met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 primair, 2, 3, 4, 5 primair, 7 subsidiair, 8, 11 en 12 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 45 maanden. Voorts heeft zij betoogd dat de overschrijding van de redelijke termijn in overwegende mate aan de verdachte is te wijten.
De raadsman heeft bepleit dat de duur van de redelijke termijn is overschreden. Voorts heeft hij verzocht bij een bewezenverklaring een straf op te leggen die de duur van de voorlopige hechtenis, te weten 30 maanden, niet overstijgt.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte, alsook een schending van de redelijke termijn. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een diefstal met braak bij een tankstation. Om de winkel binnen te komen en de goederen onder hun bereik te brengen hebben de verdachte en zijn mededader veel schade aangericht door met een moker en een breekijzer de deur en rolluiken te forceren. De verdachte heeft zich slechts laten leiden door zijn eigen financiële gewin en zich niet bekommerd om de gevolgen voor het slachtoffer. Een gewelddadig feit als het onderhavige zorgt voor toenemende gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving. Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een diefstal in een hotel en een groot aantal (poging) diefstallen van goederen uit verschillende auto’s. Hij heeft door zo te handelen geen respect betoond voor het eigendomsrecht van anderen. Naast schade heeft hij hiermee ook hinder veroorzaakt voor de benadeelden. Tot slot heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan de opzetheling van een auto. Hierdoor heeft hij bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen auto’s.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 29 november 2016 is hij eerder voor soortgelijke feiten onherroepelijk veroordeeld, hetgeen in zijn nadeel weegt. Gelet op de ernst van de gepleegde feiten is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden.
Redelijke termijn
In artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is het recht van iedere verdachte gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn is bij de berechting in hoger beroep overschreden. De verdachte heeft op 14 juni 2011 hoger beroep ingesteld. Het hof doet uitspraak op 10 januari 2017. Hiermee heeft het proces in hoger beroep ongeveer 67 maanden geduurd. In aanmerking genomen dat de duur van de redelijke termijn zestien maanden is en dat de behandeling van de zaak door de proceshouding van de verdachte met ongeveer zes maanden is vertraagd, is de redelijke termijn overschreden met 45 maanden. Deze overschrijding moet verdisconteerd worden in de op te leggen straf.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden passend en geboden, maar zal deze, gelet op de geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn, matigen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 470,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 100,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 1 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 27]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.690,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 3 primair ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 26]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 766,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 5 primair bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 18]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 68,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
De vordering van de benadeelde partij ontbreekt in het dossier. Het hof is daarom van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.023,29. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 994,73. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 5 primair bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 67,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 5 primair bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Beslissing ten aanzien van het beslag

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de in beslag genomen foto wordt onttrokken aan het verkeer.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het in beslag genomen goed wordt teruggegeven aan de verdachte.
Het hof zal de teruggave van de in beslag genomen foto aan de verdachte gelasten.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 36f, 45, 57, 63, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2, 3 primair, 3 subsidiair, 7 primair en 12 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 4, 5 primair, 7 subsidiair, 8 en 11 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 4, 5 primair, 7 subsidiair, 8 en 11 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: 1.00 STK Foto POLOROID; 3872222.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 27]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 27] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 8] ter zake van het onder 5 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 766,00 (zevenhonderdzesenzestig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 24 december 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[slachtoffer 26] , ter zake van het onder 5 primair bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 766,00 (zevenhonderdzesenzestig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 24 december 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 18]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 18] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 6] ter zake van het onder 5 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 994,73 (negenhonderdvierennegentig euro en drieënzeventig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 24 december 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 6] , ter zake van het onder 5 primair bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 994,73 (negenhonderdvierennegentig euro en drieënzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
19 (negentien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 24 december 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 13] ter zake van het onder 5 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 67,00 (zevenenzestig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 24 december 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 13] , ter zake van het onder 5 primair bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 67,00 (zevenenzestig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 24 december 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.A. Schimmel, mr. S. Clement en mr. P. Greve, in tegenwoordigheid van mr. C.J.J. Kwint, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 januari 2017.