In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor het niet meewerken aan een ademonderzoek, wat plaatsvond op 14 oktober 2016 te Uithoorn. De politierechter had de verdachte een geldboete van € 1.100,00 en een ontzegging van de rijbevoegdheid van tien maanden opgelegd. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij vrijspraak heeft bepleit op basis van medische redenen en de werking van het ademtestapparaat. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdediging onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de medische noodzaak om niet langer te wachten op een goed functionerend apparaat. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastelegging, die inhoudt dat hij niet heeft voldaan aan de verplichting om mee te werken aan het ademonderzoek. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de straffen aangepast. In plaats van een geldboete is een taakstraf van 50 uren opgelegd, en de ontzegging van de rijbevoegdheid is verlengd tot twaalf maanden, gezien de herhaalde recidive van de verdachte. De beslissing is gebaseerd op de ernst van de feiten en de omstandigheden, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten.