ECLI:NL:GHAMS:2017:3126
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging leaseovereenkomst en verjaring in effectenleasezaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over een effectenleaseovereenkomst tussen appellante en Dexia Nederland B.V. Appellante, vertegenwoordigd door advocaat J.B. Maliepaard, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin haar vordering tot vernietiging van de leaseovereenkomst was afgewezen. De kantonrechter had geoordeeld dat appellante eerder dan drie jaar voor haar vernietigingsbrief op de hoogte was van de leaseovereenkomst, en dat Dexia zich terecht op verjaring kon beroepen.
Het hof heeft de feiten die door de kantonrechter zijn vastgesteld als vaststaand aangenomen. Het hof heeft echter geoordeeld dat het bewijsvermoeden dat de kantonrechter aan de betalingen op een en/of-rekening had ontleend, niet is ontzenuwd door appellante. Appellante heeft verklaard dat zij geen bankpas had en nooit in bankafschriften keek, en dat haar echtgenoot de leaseovereenkomst zonder haar medeweten had gesloten. Het hof heeft geconcludeerd dat Dexia niet heeft aangetoond dat appellante eerder op de hoogte was van de leaseovereenkomst dan zij heeft gesteld.
Gelet op het slagen van de grieven van appellante heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de vordering van appellante toegewezen. Dexia is veroordeeld tot terugbetaling van hetgeen door haar op grond van de leaseovereenkomst is ontvangen, vermeerderd met wettelijke rente. Dexia is ook veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. Het hof heeft de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Dexia onmiddellijk aan de veroordeling moet voldoen, ook al kan zij in hoger beroep gaan.