ECLI:NL:GHAMS:2017:3114

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 juli 2017
Publicatiedatum
1 augustus 2017
Zaaknummer
23-003343-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor diefstal van wijn in supermarkt

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal van een fles wijn uit een Albert Heijn supermarkt, gepleegd op 7 augustus 2016. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, dat op 30 augustus 2016 was uitgesproken. Tijdens de zitting in hoger beroep op 17 juli 2017 heeft de raadsvrouw van de verdachte betoogd dat niet bewezen kon worden dat de verdachte de intentie had om de wijn niet te betalen, aangezien hij zich op dat moment in de rij voor de kassa bevond.

Het hof heeft vastgesteld dat de aangifte en de kassabon grotendeels onleesbaar waren, wat de bewijsvoering bemoeilijkte. De verdachte had de fles wijn geopend en daaruit gedronken terwijl hij in de rij stond, wat de mogelijkheid opwierp dat hij van plan was de wijn af te rekenen. Gezien de onduidelijkheid in de bewijsstukken en de omstandigheden van het geval, kon het hof niet vaststellen dat de verdachte het oogmerk had om de wijn wederrechtelijk toe te eigenen.

Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde diefstal. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is op de openbare terechtzitting uitgesproken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003343-16
datum uitspraak: 31 juli 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 30 augustus 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-162528-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] in het jaar [geboortejaar],
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 17 juli 2017.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 7 augustus 2016 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen wijn, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de firma Albert Heijn, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a Wetboek van Strafvordering.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vrijspraak

De raadsvrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep het verweer gevoerd dat niet kan worden bewezen dat de verdachte van plan was de wijn niet te betalen, omdat hij ten tijde van zijn aanhouding in de rij voor de kassa stond. Hij moet hierom worden vrijgesproken, aldus de raadsvrouw.
Het hof overweegt als volgt.
Het dossier mankeert nu de aangifte door de daaroverheen gekopieerde kassabon grotendeels onleesbaar is. Vast kan worden gesteld dat de verdachte op 7 augustus 2016 in de Albert Heijn in de rij voor de kassa een fles wijn, die hij daar eerder uit een winkelschap had gepakt, heeft geopend en daaruit heeft gedronken. De verdachte heeft ontkend daarbij het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening te hebben gehad. Nu het mogelijk andersluidende aangifteformulier juist op dit essentiële onderdeel onleesbaar is en de verdachte zich nog in de rij voor de kassa bevond, met de fles wijn voor een ieder zichtbaar in zijn hand, kan niet worden uitgesloten dat de verdachte voornemens was deze af te rekenen. Daarom kan niet worden bewezen dat de verdachte het oogmerk had zich de wijn wederrechtelijk toe te eigenen, zodat vrijspraak dient te volgen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. M.J.A. Duker en mr. F.W. van Lottum, in tegenwoordigheid van mr. A.S. Metgod, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 31 juli 2017.
Mrs. M.J.A. Duker en F.W. van Lottum zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.