ECLI:NL:GHAMS:2017:2940
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vernietiging van effectenleaseovereenkomsten en de rechtsgeldigheid van vernietigingsbrieven
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter in Amsterdam, waarbij de vordering van de echtgenote van de appellant werd afgewezen en de reconventionele vordering van Dexia werd toegewezen. De appellant had in hoger beroep gesteld dat de vernietigingsbrieven, die door zijn echtgenote zouden zijn verzonden om de leaseovereenkomsten te vernietigen, rechtsgeldig waren. De echtgenote verklaarde echter tijdens het getuigenverhoor dat zij geen kennis had van deze brieven en dat de handtekening op de brieven niet van haar was. Het hof oordeelde dat er niet was komen vast te staan dat de echtgenote de leaseovereenkomsten had vernietigd, noch dat de brieven namens haar waren geschreven. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en wees de vordering van de appellant af, waarbij het hof ook de proceskosten ten laste van de appellant stelde. De zaak benadrukt het belang van de rechtsgeldigheid van handtekeningen en de noodzaak van schriftelijke toestemming bij het aangaan van leaseovereenkomsten.