ECLI:NL:GHAMS:2017:2887

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 juli 2017
Publicatiedatum
20 juli 2017
Zaaknummer
200.211.225/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing onderzoeker en tijdelijk bestuurder in een vennootschap

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 20 juli 2017, wordt een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap Rabat Beheer B.V. Dit onderzoek betreft de periode vanaf 1 juli 2016. De Ondernemingskamer heeft eerder, op 18 juli 2017, een beschikking gegeven waarin een onderzoek werd bevolen en een persoon werd benoemd om dit onderzoek uit te voeren. In deze beschikking worden de personen aangewezen die als onderzoeker en tijdelijk bestuurder zullen optreden. De Ondernemingskamer wijst mr. G.C. Endedijk aan als onderzoeker en mr. J.G. Princen als tijdelijk bestuurder van Rabat Beheer B.V. Deze bestuurder heeft de bevoegdheid om de vennootschap zelfstandig te vertegenwoordigen, en zonder deze bestuurder kan Rabat Beheer B.V. niet worden vertegenwoordigd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de genomen beslissingen onmiddellijk van kracht zijn, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de betrokken rechters en griffiers aanwezig waren.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
Zaaknummer.: 200.211.225/01
beschikking van de Ondernemingskamer van 20 juli 2017
inzake
[A] ,
wonende te [....] ,
VERZOEKER,
advocaten:
mrs. T.S. Jansenen
A.S. van der Heide, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RABAT BEHEER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B.V. HANDELMAATSCHAPPIJ “BERG EN DAL”,
gevestigd te Amsterdam,
2.
[B],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. E.M. Soerjatin,kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ERGO MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Wassenaar,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mrs. T.S. Jansenen
A.S. van der Heide, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 18 juli 2017 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Rabat Beheer B.V. over de periode vanaf 1 juli 2016, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede – bij wijze van onmiddellijke voorzieningen met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van het geding, voor zover nodig in afwijking van de statuten – een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot derde bestuurder van Rabat Beheer B.V. met beslissende stem en bepaald dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is Rabat Beheer B.V. te vertegenwoordigen en dat zonder deze bestuurder Rabat Beheer B.V. niet vertegenwoordigd kan worden.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer zal thans de hierna te vermelden personen aanwijzen als onderzoeker en bestuurder als bedoeld in de beschikking van 18 juli 2017.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als onderzoeker zoals bedoeld in de beschikking van 18 juli 2017 in deze zaak: mr. G.C. Endedijk te Amsterdam;
wijst aan als bestuurder zoals bedoeld in de beschikking van 18 juli 2017 in deze zaak: mr. J.G. Princen te Rotterdam;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Wolfs, voorzitter, mr. J. den Boer en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, drs. J.S.T. Tiemstra RA en W. Wind, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins en M.R.J. Mullink, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 20 juli 2017.