ECLI:NL:GHAMS:2017:2868

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 juli 2017
Publicatiedatum
18 juli 2017
Zaaknummer
23-002844-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens onvoldoende bewijs van wetenschap van cocaïnebezit

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk vervoeren en/of aanwezig hebben van cocaïne op 26 februari 2015 in Amsterdam. De rechtbank had eerder een veroordeling uitgesproken, maar de verdachte ging in hoger beroep. Tijdens de zitting op 23 juni 2017 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte.

Het hof heeft vastgesteld dat de tenlastelegging enkele taal- en schrijffouten bevatte, maar deze verbeterd gelezen zonder dat dit de verdediging van de verdachte schaadde. De advocaat-generaal vorderde eenzelfde straf als door de rechtbank opgelegd, maar de raadsman voerde aan dat de doorzoeking van de auto onrechtmatig was en dat de gevonden cocaïne uitgesloten moest worden van het bewijs. Het hof verwierp dit verweer, omdat er geen aannemelijk nadeel was aangetoond.

Uiteindelijk oordeelde het hof dat niet met de vereiste mate van zekerheid kon worden vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van cocaïne in de auto. De verdachte ontkende enige wetenschap, de cocaïne lag niet in het zicht, de auto was niet van hem en werd door anderen gebruikt. Daarom sprak het hof de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten. Het vonnis van de rechtbank werd vernietigd en het hof deed opnieuw recht, waarbij het de teruggave van in beslag genomen voorwerpen gelastte.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002844-16
datum uitspraak: 7 juli 2017
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 14 juli 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-698183-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 23 juni 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 26 februari 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk heeft vervoerd en/of aanwezig gehad (in totaal ongeveer) 30,08 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal, bevattende cocaïne, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Rechtmatigheid van de doorzoeking

De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep het verweer gevoerd dat de doorzoeking van de auto onrechtmatig is. De als gevolg daarvan ontdekte verdovende middelen moeten daarom worden uitgesloten van het bewijs, hetgeen tot vrijspraak van de verdachte dient te leiden.
Het hof verwerpt het verweer. Voor zover al sprake is van enig vormverzuim, is geen door dat verzuim veroorzaakt nadeel aangevoerd of aannemelijk geworden dat het door de raadsman bepleite gevolg rechtvaardigt.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof kan niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte ervan op de hoogte was dat zich onder de hoes van de versnellingspook van de door hem bestuurde personenauto pakketjes met daarin cocaïne bevonden. In het bijzonder is daarbij in aanmerking genomen dat i) de verdachte enige wetenschap van de aanwezigheid van cocaïne ontkent, ii) de cocaïne niet in het zicht lag, iii) de auto niet aan de verdachte toebehoorde en iv) deze auto ook door andere personen werd gebruikt. Gelet hierop is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan hem is ten laste gelegd, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken.
Hetgeen de raadsman verder omtrent het bewijs naar voren heeft gebracht, behoeft bij die stand van zaken geen bespreking.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gelast de
teruggave aan de verdachtevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: de nummers 7 tot en met 12, 15 tot en met 17, 19, 22 en 25 (het hof begrijpt dat dit voorwerp identiek is aan het onder 19 bedoelde voorwerp) zoals vermeld op de beslaglijst:
- geld Euro, 1 x 100 eurobiljet (4933184)
- geld Euro, 8 x 50 eurobiljet ( 4933185)
- geld Euro, 1 x 20 eurobiljet (4933186)
- geld Euro, 42 x 10 eurobiljet (4933188)
- geld Euro, 1 x 5 eurobiljet (4933190)
- geld Euro, 6,90 muntgeld (4933194)
- telefoontoestel Blackberry (4933176)
- telefoontoestel Nokia (4933177)
- telefoontoestel Samsung (4933178)
- telefoontoestel Blackberry bold (4933183)
- tas, zwart, Antony Morato (4933205)
- telefoontoestel Blackberry bold (4933183) (zie opmerking hierboven)
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: de nummers 1 tot en met 6, 13, 14, 18, 21, 23 en 24 zoals vermeld op de beslaglijst:
- geld Euro, 2 x 10 eurobiljet (4933187)
- geld Euro, 104 x 20 eurobiljet (4933189)
- geld Euro, 427 x 50 eurobiljet (4933191)
- geld Euro 60 x 100 eurobiljet (4933192)
- geld Euro 8 x 200 eurobiljet (4933193)
- geld Euro, 3 x 500 eurobiljet (4933195)
- boterhamzakje (4933173)
- boterhamzakje (4933175)
- sealbags (4933179)
- aluminiumfolie (4933209)
- tas Levi’s (4933206)
- enveloppe oranje ING (4933208)
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.A. Duker, mr. H.M.J. Quaedvlieg en mr. A.E. Kleene-Krom in tegenwoordigheid van, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 7 juli 2017.