ECLI:NL:GHAMS:2017:286

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 februari 2017
Publicatiedatum
8 februari 2017
Zaaknummer
200.184.924/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake onderzoekskosten in het kader van enquêterecht met betrekking tot Staphorst Ontwikkeling c.s.

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 6 februari 2017, wordt een beslissing genomen over de vergoeding van de onderzoeker in een enquêterechtelijke procedure. De zaak betreft de vennootschap onder firma Exploitatie Maatschappij Staphorst V.O.F. en de besloten vennootschap Staphorst Ontwikkeling 2 B.V., waarbij verzoekers, aangeduid als EMS c.s., een onderzoek hebben aangevraagd naar het beleid en de gang van zaken van Staphorst Ontwikkeling c.s. over een periode van drie jaar. De Ondernemingskamer had eerder, op 12 mei 2016, een onderzoek bevolen en een onderzoeker benoemd, drs. E.A. Marseille RA, die de kosten van het onderzoek heeft gespecificeerd.

De Ondernemingskamer heeft in eerdere beschikkingen het maximale bedrag voor het onderzoek vastgesteld en de kosten van de onderzoeker, die € 35.237,27 bedragen, goedgekeurd. Zowel de verzoekers als de belanghebbende NMThree hebben zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer over deze kosten. De Ondernemingskamer oordeelt dat de kosten niet onredelijk zijn en bepaalt de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken in de zitting van de Ondernemingskamer.

Uitspraak

Beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.184.924/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 6 februari 2017
inzake
1. de vennootschap onder firma
EXPLOITATIE MAATSCHAPPIJ STAPHORST V.O.F.,
gevestigd te Staphorst,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
3. a.
[B],
b.
[C],
c.
[D],
d.
[E],
e.
[F],
allen wonende te [....] ,
handelend onder de naam firma
[G],
gevestigd te [....] ,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[H],
gevestigd te [....] ,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[I],
gevestigd te [....] ,
6. a.
[J],
[K],
beiden wonende te [....] ,
handelend onder de naam
[L],
7.
[M],
wonende te [....] ,
8.
[N],
wonende te [....] ,
handelend onder de naam
[O],
9.
[P],
wonende te [....] ,
handelend onder de naam
[Q],
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. T.J. Teggelaar, kantoorhoudende te Nijmegen,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STAPHORST ONTWIKKELING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STAPHORST ONTWIKKELING 2 B.V.,
beide gevestigd te Staphorst,
VERWEERSTERS,
niet verschenen,
e n t e g e n
de stichting
STICHTING NMTHREE,
gevestigd te Zenderen, gemeente Borne,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: voorheen
mr. A.J. Beljaars-Vink, kantoorhoudende te Breda, thans
mr. C.J. van Dijk, kantoorhoudende te Ede.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen worden hierna als volgt aangeduid:
  • verzoekers sub 1 tot en met 9 gezamenlijk als EMS c.s.;
  • verweersters gezamenlijk als Staphorst Ontwikkeling c.s.;
  • belanghebbende als NMThree.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikkingen van 12 mei 2016, 18 mei 2016, 21 december 2016 en 26 januari 2017.
1.3
Bij de beschikking van 12 mei 2016 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Staphorst Ontwikkeling c.s. over de periode van 1 januari 2013 tot 4 februari 2016 en is een door de Ondernemingskamer nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Bij de beschikking van 18 mei 2016 is als onderzoeker drs. E.A. Marseille RA te Amsterdam (hierna: de onderzoeker) benoemd. Bij de beschikking van 21 december 2016 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 40.000, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.4
De onderzoeker heeft bij e-mailbericht aan de Ondernemingskamer van 24 januari 2017 een specificatie en verantwoording overgelegd van alle in deze zaak verrichte werkzaamheden met betrekking tot het onderzoek. Hieruit volgt dat zij kosten in verband met het onderzoek aan Staphorst Ontwikkeling c.s. in rekening heeft gebracht ten bedrage van € 35.237,27, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.5
Bij de beschikking van 26 januari 2017 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het verslag met bijlagen van het bij de beschikking van 12 mei 2016 bevolen onderzoek ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.6
De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de in 1.4 genoemde specificatie/verantwoording. Daarop heeft de Ondernemingskamer zowel van mr. Teggelaar voormeld als van mr. Van Dijk voormeld een brief, gedateerd 31 januari 2017, ontvangen.

2.De gronden van de beslissing

Tegen het door de onderzoeker gedeclareerde bedrag aan onderzoekskosten zijn geen bezwaren aangevoerd; zowel EMS c.s. als NMThree hebben zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer over de vergoeding van de onderzoeker. Dit bedrag komt de Ondernemingskamer ook niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 (https://www.navigator.nl/document/openCitation/%20id909d9174010088634e4eeaeadf8fb658?idp=LegalIntelligence) BW dan ook bepalen als hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 35.237,27, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.J. Wolfs en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en drs. M.A. Scheltema en drs. C. Smits-Nusteling, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 6 februari 2017.