Uitspraak
mr. E.F. Renes, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. F.B. Keulen, kantoorhoudende te Utrecht,
mr. F.B. Keulen, kantoorhoudende te Utrecht.
1.Het verloop van het geding
- verzoekster met [A] ;
- verweerster sub 1 met TCO Holding;
- verweerster sub 2 met Total Compliance;
- verweersters sub 1 en sub 2 gezamenlijk met TCO;
- belanghebbende met [B] ; en
- verweersters en belanghebbende gezamenlijk met TCO c.s.
2.De feiten
3.De gronden van de beslissing
- ii) [D] ontkent het bestaan van wanbeleid en frustreert stelselmatig verbeteringen.
- iii) [D] maakt misbruik van haar positie als bestuurder door het geschil tussen [A] en [D] uit te vechten “over de rug van TCO”. Volgens [A] vindt er “een ware paleisrevolutie plaats” en worden [A] ( [C] ) vanaf 25 december 2016 “ijskoud afgesneden van TCO”, omdat [D] de e-mailaccount van [C] blokkeert, de toegangsrechten van [C] tot de computerserver van TCO intrekt, de sloten van het kantoorpand van TCO vervangt zodat [C] geen toegang meer heeft.
- iv) [D] laat haar eigen belangen als bestuurder respectievelijk aandeelhouder prevaleren boven de belangen van TCO en dit leidt tot een impasse in de besluitvorming binnen TCO. TCO laat het kort geding vonnis van 29 maart 2017 aan [A] betekenen en dreigt met executie van dit vonnis, terwijl [A] aan [D] heeft laten weten het bedrag dat zij uit hoofde van dit vonnis aan TCO moet betalen te voldoen gedeeltelijk door middel van verrekening van nog openstaande vorderingen van [A] op TCO.
- v) TCO stuurt “schijnfacturen” aan [A] voor een leaseauto en gemaakte uren waar geen overeenkomst van opdracht aan ten grondslag ligt.
- vi) [A] ontvangt ten onrechte geen managementvergoeding van TCO en [D] “rooft stelselmatig alle bedragen van de bankrekeningen van TCO leeg” en boekt deze over naar een eigen bankrekening.
schijnfacturen”. Ter terechtzitting heeft [D] aan de Ondernemingskamer medegedeeld dat een aantal facturen ziet op de afwikkeling van het leasecontract met betrekking tot de leaseauto van [A] . De overige facturen zien op de reële kosten die TCO heeft gemaakt in verband met het door Total Compliance en Stichting TCO jegens [A] en [C] aangespannen kort geding (r.o. 2.14) en het integriteitsonderzoek van Rabobank dat volgens TCO c.s. is ingesteld nadat [C] , zonder daartoe bevoegd te zijn, namens Stichting TCO gelden aan [A] had overgemaakt. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer kan het factureren van die bedragen, wat daarvan ook zij, niet tot een gegronde reden om te twijfelen aan een juist beleid en juiste gang van zaken leiden.