Uitspraak
ONDERNEMINGSRAAD VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID MEDISCH CENTRUM LEEUWARDEN B.V.,
mr. A.A.W. Terpstra, kantoorhoudende te Utrecht,
MEDISCH CENTRUM LEEUWARDEN B.V.,
mr. C. Grondsma,kantoorhoudende te Leeuwarden.
1.Het verloop van het geding
outsourcing)van de bedrijfshoreca van MCL. De ondernemingsraad heeft voorts verzocht bij wijze van een voorziening MCL te gebieden voornoemd besluit in te trekken en de gevolgen daarvan ongedaan te maken en MCL, eveneens bij wijze van voorlopige voorziening, te verbieden handelingen te verrichten of te doen verrichten ter uitvoering van het besluit.
2.De vaststaande feiten
uitwerking vernieuwing en exploitatie bedrijfshoreca MCL door een derde partij”De adviesaanvraag ziet op
outsourcingvan de bedrijfshoreca. In de adviesaanvraag staat onder meer het volgende. De huidige exploitatie van de bedrijfshoreca is verlieslijdend omdat het MCL de maaltijden voor medewerkers subsidieert en de koffievoorziening in de poliklinieken geen opbrengst genereert. Door uitstekende presentaties van het horecateam zijn de totale kosten voor het MCL gedaald van € 1.002.367 in 2014 naar € 814.928 in 2015. Onder het kopje ”
Aanleiding tot de verandering” wordt vermeld dat de afdeling Bedrijfshoreca aan vernieuwing toe is, dat de apparatuur en de techniek dringend moeten worden vervangen en dat de daarvoor benodigde investering wordt geraamd op € 600.000. In 2014/2015 heeft het Facilitair Bedrijf zich georiënteerd op de mogelijkheid tot voortzetting van exploitatie in eigen beheer of door uitbesteding aan een externe partij. De verschillen blijken in financiële en in kwalitatieve zin verwaarloosbaar te zijn. “
De afweging tussen beide varianten gaat derhalve niet om de inhoud of de financiën, maar over de wijze waarop het MCL in een veranderende context, belangrijke doch niet primaire functies wil (laten) uitvoeren. Organisatie, beschikbaarheid en continuïteit van horeca-expertise en management (…) spelen daarin eveneens een rol. MCL stelt zich de vraag wat de meerwaarde is van het “zelf” exploiteren van een grote horecavoorziening in relatie tot het primaire zorgproces.”De directie van MCL heeft gekozen voor de uitbesteding aan een derde partij, waarbij Vermaat uit het selectieproces als de meest geschikte partij naar voren is gekomen. Met Vermaat is het in het voorgenomen besluit vervatte voorstel uitgewerkt. Onder het kopje “
Medewerkers”staat in de adviesaanvraag het volgende:
Bij de overdracht van de activiteiten aan Vermaat, behouden alle medewerkers op basis van het “mens volgt werk” principe hun baan. Dit betekent dat de huidige formatie 29,25 Fte, wordt overgedragen (op basis van de Wet Overname van Onderneming) of wordt gedetacheerd. Dat gebeurt met in acht name van het behoud van de dan geldende arbeidsvoorwaarden en de daarbij gemaakte afspraken ten aanzien van arbeidsduur, dienstjaren en overige arbeidsvoorwaarden.” In de adviesaanvraag wordt vervolgens verwezen naar het Sociaal Plan van MCL waarin met betrekking tot uitbesteding staat opgenomen dat het uitgangspunt is dat de werknemers geen nadeel daarvan ondervinden, dat de werkgever een vergelijking maakt tussen de arbeidsvoorwaarden van de oude en de nieuwe werkgever en dat de werkgever met de werknemersorganisatie in overleg zal treden over de mogelijkheid om van detachering af te zien als de overgang naar de andere onderneming geen noemenswaardige rechtspositionele nadelen met zich meebrengt. De adviesaanvraag vervolgt met:
Indien er sprake is van belangrijke verschillen in rechtspositie, dan is detachering de enige mogelijkheid. Bij nagenoeg gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden kan uitbesteding plaatsvinden op basis van de Wet Overgang van Ondernemingen (WOO). In dat geval blijft het overigens altijd de keuze van de individuele medewerker of deze wil overgaan op basis van WOO of via detachering. Definitieve afspraken vergen instemming van alle onderhandelingspartners. Uit onderzoek door P&O (…) blijkt dat Vermaat de CAO-Z toepast voor de huidige MCL-medewerkers en voor hen alle bestaande secundaire regelingen (…) handhaaft. Echter Vermaat hanteert een ander pensioenfonds (…). Omdat een overgang naar Vermaat geen noemenswaardige rechtspositionele gevolgen met zich meebrengt, adviseert P&O overgang op basis van WOO. Dit betekent dat MCL met de werknemersorganisaties in overleg zal treden over de mogelijkheid van detachering en de toepassing van WOO, met in acht name van de pensioenproblematiek.
Uitbesteding op basis van WOO. Medewerkers zijn volledig in dienst van Vermaat.
Detachering. De medewerkers blijven in dienst van het MCL. Het management en de exploitatie van de totale bedrijfshoreca worden dan uitbesteed aan Vermaat.
Mengvorm waarbij sommige medewerkers overgaan op basis van WOO en anderen gedetacheerd zijn.
Contractvorming”staat dat het in geval van uitbesteding aan Vermaat
“noodzakelijk (is) in het MCL de regiefunctie op inhoud en contract te ontwikkelen. (…) Bij een evenwichtige partnerrelatie hoort een (…) contract. (…) Definitieve onderhandelingen over looptijd en exploitatievergoedingen vinden plaats na instemming van de directie met het voorstel in deze notitie.”
Overige consequenties”staat dat door de overdracht aan Vermaat, de functie van sectorhoofd Voeding definitief (deels) komt te vervallen, dat de rol en de omvang van het takenpakket van de directeur Facilitair Bedrijf verandert en dat de regiefunctie op de bedrijfshoreca in het MCL nieuw is, welke functie noodzakelijk is om een volwaardig partnership te ontwikkelen.
Samenvattingstaat het volgende: “
De afweging tussen eigen beheer en uitbesteding heeft te maken met de manier waarop het MCL zijn organisatie inricht. Daarbij gaat het over focus op het primaire proces, beheersbaarheid van kosten, aanwending van investeringsruimte, financiële en organisatorische afbreukrisico’s, waarborgen van continuïteit, afslanking en wendbaarheid van de organisatie. Uitbesteding op basis van de WOO heeft de voorkeur.”
Vervolgstappen” en “Tijdspad”staat dat onder meer de volgende stappen gezet moet worden als MCL besluit tot uitbesteding aan Vermaat:
Ontwikkelrichting voor de organisatie en besturing van de facilitaire Dienstverlening in het MCL”.Kernpunt daarvan is dat het Facilitair Bedrijf wordt omgevormd naar een regieorganisatie en wordt afgeslankt.
Ontwikkelrichting voor de organisatie en besturing van de Facilitaire Dienstverlening in het MCL”blijkt dat dat er bij het Facilitair Bedrijf veel veranderingen zullen gaan plaatsvinden, (iii) de directeur Facilitair Bedrijf met pensioen gaat en nog niet duidelijk is wie de regiefunctie van hem gaat overnemen en (iv) dat de nieuwe organisatie van het Facilitair Bedrijf eerst op orde moet zijn voordat tot uitbesteding wordt overgegaan. Daarnaast staat in het advies dat de financiële risico’s voor exploitatie in eigen beheer aanvaardbaar zijn. Voorts heeft de ondernemingsraad in zijn advies zijn opmerkingen zoals hij die eerder had gemaakt in de brief van 1 augustus 2016 over betrokkenheid van het personeel en over het prijsniveau van de aangeboden producten in vergelijkbare bewoordingen herhaald. De ondernemingsraad is niet overtuigd van de kwalitatieve of financiële meerwaarde van uitbesteding. Tot slot vermeldt de ondernemingsraad dat het overgangsprotocol met betrekking tot de werknemers nog niet klaar is en als dit protocol tot hogere kosten aanleiding geeft dan vooraf is ingeschat, het besluit door het MCL zal worden heroverwogen.
outsourcingvan de bedrijfshoreca van MCL genomen. Het besluit houdt in dat het proces tot outsourcing zal worden voortgezet. In het besluit staat het volgende.
Waarom outsourcing?
notitie Ontwikkelrichting organisatie en besturing facilitaire dienstverlening in het MCL”.
notitie “Ontwikkelrichting organisatie en besturing facilitaire dienstverlening MCL”zal intrekken. Dat laatste is gebeurd.
3.De gronden van de beslissing
outsourcingvan de bedrijfshoreca van MCL. Hij heeft daartoe gesteld dat (i) met dit besluit vooruitgelopen wordt op een nog te nemen besluit over de omvorming van het Facilitair Bedrijf tot een regieorganisatie, waardoor afbreuk wordt gedaan aan de medezeggenschap (ii) nut en noodzaak van de uitbesteding van de horeca activiteiten niet duidelijk zijn, temeer niet nu horeca en gastvrijheid een belangrijke pijler voor MCL zijn, naast goede zorg, (iii) het besluit onvoldoende inzicht biedt in de te verwachten gevolgen voor het personeel (overgang van onderneming of detachering), (iv) de twijfel van de ondernemingsraad over de kwaliteit van de dienstverlening na uitbesteding niet is weggenomen, (v) de ondernemingsraad ondanks zijn verzoek daartoe, de concept overeenkomst met Vermaat niet heeft ontvangen en ook overigens onvoldoende is geïnformeerd, en (vi) het besluit (ook) overigens onvoldoende is gemotiveerd.
waarom outsourcing)” waarin is weergegeven dat MCL vooropgesteld heeft gesteld dat beleidsmatig de focus in de eerste plaats moet liggen op zorg en dat bij de afweging om tot het besluit te komen financiële motieven een ondergeschikte rol spelen. Het standpunt van de ondernemingsraad dat horeca en gastvrijheid een belangrijke pijler zijn naast zorg, impliceert niet dat MCL zou moeten afzien van de outsourcing. Ook MCL onderkent in het besluit het belang van de bedrijfshoreca, zoals blijkt uit de toelichting onder het kopje “Meer kwaliteit door samenwerking, ontzorging” (zie 2.9) en MCL heeft voldoende toegelicht waarom
outsourcingnaar haar oordeel kan bijdragen aan (het behoud van) de “gastvrijheidsfunctie”. Ook op dit punt kan haar geen motiveringsgebrek worden verweten.
Meer kwaliteit door samenwerking, ontzorging”onder 2.9).
Tijdspad” het tijdspad is opgenomen nadat het bestreden besluit is genomen, te weten:
Sociale gevolgen”(zie hierboven onder 2.3) en in de brief van 7 september 2016 (hierboven onder 2.5).