ECLI:NL:GHAMS:2017:283

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 februari 2017
Publicatiedatum
8 februari 2017
Zaaknummer
200.194.609/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van onderzoek en onmiddellijke voorzieningen in ondernemingsrechtelijke geschil tussen DCS-Holding B.V. en Ortus Group B.V.

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, Ondernemingskamer, is op 2 februari 2017 een beschikking gegeven inzake DCS-Holding B.V. en Ortus Group B.V. De Ondernemingskamer had eerder op 17 november 2016 een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van beide vennootschappen. Dit onderzoek was ingesteld naar aanleiding van een verzoek van DCS-Holding B.V. en had als doel om inzicht te krijgen in de gang van zaken binnen de bedrijven over de periode vanaf 1 januari 2016. Tevens was er een commissaris benoemd die goedkeuring moest geven voor bepaalde besluiten van de vennootschappen.

Op 5 december 2016 heeft DCS-Holding B.V. een verzoek ingediend om onmiddellijke voorzieningen te treffen, waaronder het vorderen van voorschotten van de betrokken partijen. Echter, op 31 januari 2017 heeft mr. Harmsen, de advocaat van DCS-Holding B.V., aan de Ondernemingskamer laten weten dat er een minnelijke regeling was getroffen tussen de partijen. Dit leidde tot het verzoek om het bevolen onderzoek te beëindigen en de getroffen onmiddellijke voorzieningen op te heffen.

De Ondernemingskamer heeft, na bevestiging van de minnelijke regeling door de betrokken partijen, besloten het verzoek in te willigen. De beschikking houdt in dat het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van DCS-Holding B.V. en Ortus Group B.V. met ingang van de beschikking wordt beëindigd, evenals de getroffen onmiddellijke voorzieningen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.194.609/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 2 februari 2017
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DCS-HOLDING B.V.,
gevestigd te Vleuten,
2.
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKSTERS,
advocaat:
mr. R.A.F. Harmsen, kantoorhoudende te Zeist,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DCS-HOLDING B.V.,
gevestigd te Vleuten,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ORTUS GROUP B.V.,
gevestigd te Vleuten,
VERWEERSTERS,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SUCCURRO HOLDING B.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
2.
[B],
wonende te [....] ,
3.
[C],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. A.J. van Weesen
mr. F.M. Peters, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1 In het vervolg zullen partijen, belanghebbenden en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoeksters gezamenlijk met [D] c.s. en verzoekster sub 2 afzonderlijk met [A] ;
  • verweersters met DCS en Ortus;
  • belanghebbenden met Succurro c.s.;
  • de besloten vennootschap iARTA B.V. met iARTA.
1.2 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikkingen in deze zaak van 17 november 2016 en 22 november 2016.
1.3 Bij de beschikking van 17 november 2016 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van DCS en van Ortus over de periode vanaf 1 januari 2016 en heeft de Ondernemingskamer een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Voorts heeft de Ondernemingskamer bij die beschikking, bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, een door de Ondernemingskamer nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot commissaris van DCS en van Ortus, van wie voorafgaande goedkeuring nodig is voor bepaalde in die beschikking genoemde besluiten en aan wie één aandeel van ieder van de aandeelhouders in DCS en één aandeel van ieder van de aandeelhouders in Ortus ten titel van beheer zijn overgedragen. De Ondernemingskamer heeft overwogen dat zij de aanwijzing van een onderzoeker vooralsnog zal aanhouden opdat kan worden bezien of reeds door de te treffen onmiddellijke voorzieningen een oplossing van het geschil kan worden bereikt en bepaald dat elk van partijen of de door de Ondernemingskamer benoemde commissaris/beheerder op elk moment de Ondernemingskamer kan verzoeken de onderzoeker aan te wijzen.
1.4 Bij de beschikking van 22 november 2016 heeft de Ondernemingskamer W.L. Meijer (hierna: Meijer) aangewezen als commissaris en beheerder van aandelen.
1.5 [A] heeft bij op 5 december 2016 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht – zakelijk weergegeven – bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding Succuro c.s. en iARTA te bevelen alle door de commissaris en de aan te wijzen onderzoeker gevraagde en nog te vragen voorschotten te voldoen, althans daarvoor zekerheid te stellen in de vorm van een bankgarantie, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 15.000 voor iedere dag dat Succuro c.s. en iARTA hiermee in gebreke blijven, met een maximum van € 100.000, alsmede Succuro c.s. en iARTA te veroordelen in de kosten van het geding.
1.6 Bij brief aan partijen en (mogelijk) belanghebbenden van 14 december 2016 heeft de Ondernemingskamer bericht dat de mondelinge behandeling van het verzoek van [A] van 5 december 2016 is bepaald op donderdag 2 februari 2017.
1.7 Bij e-mailberichten aan de Ondernemingskamer van 27 en 31 januari 2017 heeft mr. Harmsen, in verband met een tussen de betrokken partijen getroffen minnelijke regeling, het verzoek van [A] van 5 december 2016 ingetrokken en verzocht het bij beschikking van 17 november 2016 bevolen onderzoek te beëindigen en de getroffen onmiddellijke voorzieningen op te heffen. Bij e-mail aan de Ondernemingskamer van 30 januari 2017 heeft mr. Van Wees zich namens Succurro c.s. bij dat verzoek aangesloten.
1.8 Bij brief aan partijen en (mogelijk) belanghebbenden van 30 januari 2017 heeft de Ondernemingskamer bericht dat de voor donderdag 2 februari 2017 geplande mondelinge behandeling niet zal doorgaan in verband met de tussen partijen getroffen minnelijke regeling.
1.9 Meijer heeft op 31 januari 2017 de secretaris van de Ondernemingskamer telefonisch bevestigd dat partijen een minnelijke regeling hebben getroffen en dat er zijnerzijds geen bezwaren bestaan tegen beëindiging van het bevolen onderzoek en opheffing van de getroffen onmiddellijke voorzieningen.

2.De gronden van de beslissing

Nu partijen een minnelijke regeling hebben getroffen, er geen bezwaren zijn ontvangen tegen het verzoek tot beëindiging van het bevolen onderzoek en opheffing van de getroffen onmiddellijke voorziening en de Ondernemingskamer voorts niet is gebleken van enig belang dat zich tegen toewijzing van het verzoek verzet, zal de Ondernemingskamer het verzoek inwilligen aldus dat zij het bij de beschikking van 17 november 2016 bevolen onderzoek en de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorzieningen zal beëindigen, een en ander met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden het bij haar beschikking van 17 november 2016 bevolen
onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van DCS-Holding B.V. en van Ortus Group B.V., beiden gevestigd te Vleuten;
beëindigt met ingang van heden de bij haar beschikking van 17 november 2016 getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en dr. P.M. Verboom en drs. C. Smits-Nusteling RC, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Govers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 2 februari 2017.