ECLI:NL:GHAMS:2017:2823
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- F.A. Hartsuiker
- P.F.E. Geerlings
- J.H. Wesselink
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van betrokkenheid bij poging tot inbraak
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor een poging tot inbraak en vernieling, maar heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep op 8 maart 2017 heeft de advocaat-generaal de bevestiging van het vonnis gevorderd, terwijl de raadsman vrijspraak bepleitte. De raadsman stelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de poging tot inbraak, aangezien de verdachte enkel in de omgeving van de woning aanwezig was.
Het hof heeft de verklaringen van getuigen en de inhoud van het dossier zorgvuldig bestudeerd. Een getuige had gezien dat de verdachte en een medeverdachte zich bij de woning bevonden, maar het hof concludeerde dat de enkele omstandigheid dat de verdachte op het trottoir stond te kijken, niet voldoende was om te concluderen dat hij een significante rol had gespeeld bij het tenlastegelegde. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de poging tot inbraak of de vernieling van de deur.
Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 22 maart 2017.