Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 22 juli 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk mishandelend zijn levensgezel (te weten vriendin) [slachtoffer] - (met kracht) tegen haar lichaam heeft geduwd en/of (vervolgens) op voornoemde [slachtoffer] is gaan liggen en/of (vervolgens) - (met gebalde vuist(en)) eenmaal of meermalen in/tegen haar gezicht, in elk geval tegen haar lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens) - op haar arm, in elk geval op haar lichaam heeft gekrabd en/of (vervolgens) - eenmaal of meermalen tegen haar lichaam heeft geschopt en/of getrapt, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
hij op of omstreeks 22 juli 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een of meer (opspoings)ambtenaren, te weten
- [naam 1] (hoofdagent van politie Eenheid Amsterdam) en/of
- [naam 2] (brigadier van politie Eenheid Amsterdam) en/of
- [naam 3] (hoofdagent van politie Eenheid Amsterdam) en/of
- [naam 4] (hoofdagent van politie Eenheid Amsterdam),
werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening,
waarbij hij/zij (zakelijk weergegeven) verdachte op verdenking van het plegen van een strafbaar feit (mishandeling) op heterdaad ontdekt had(den) aangehouden en/of vastgegrepen en/of vasthield(en) en/of hem tegen de muur hield(en) en/of zijn armen vast probeerde(n) te houden, om hem handboeien aan te leggen, teneinde hem, verdachte, ten spoedigste voor te geleiden aan een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een bureau van politie, bestaande dat geweld en/of die bedreiging met geweld (zakelijk weergegeven) in het door verdachte met diens lichaam en/of armen rukken en/of trekken in een richting tegengesteld aan die waarin voornoemde (opsporings)ambtenaren verdachtes lichaam en/of armen trachten verdachte te geleiden en/of het door verdachte maken van een of meer trappende en/of schoppende bewegingen in de richting van die (opsporins)ambtenaren.
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van een ter terechtzitting ingenomen standpunt
Bewezenverklaring
hij op 22 juli 2015 te Amsterdam, opzettelijk mishandelend zijn levensgezel, te weten zijnvriendin [slachtoffer]
- tegen haar lichaam heeft geduwd en vervolgens op voornoemde [slachtoffer] is gaan liggen en
- met vuist in haar gezicht heeft geslagen en
- tegen haar lichaam heeft geschopt,
waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
hij op 22 juli 2015 te Amsterdam, zich met geweld heeft verzet tegen opsporingsambtenaren, te weten
- [naam 1] (hoofdagent van politie Eenheid Amsterdam) en
- [naam 2] (brigadier van politie Eenheid Amsterdam) en
- [naam 3] (hoofdagent van politie Eenheid Amsterdam) en
- [naam 4] (hoofdagent van politie Eenheid Amsterdam),
werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening,
waarbij zij verdachte op verdenking van het plegen van een strafbaar feit (mishandeling) hadden aangehouden enhem tegen de muur hielden en zijn armen vast probeerden te houden om hem handboeien aan te leggen, bestaande dat geweld in het door verdachte met diens armen trekken in een richting tegengesteld aan die waarin voornoemde opsporingsambtenaren verdachtes armen trachten te geleiden en het door verdachte maken van trappende bewegingen in de richting van die opsporingsambtenaren.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
21 (eenentwintig) dagen.
19 (negentien) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
taakstrafvoor de duur van
90 (negentig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
45 (vijfenveertig) dagen hechtenis.
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week.