ECLI:NL:GHAMS:2017:2680

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 juni 2017
Publicatiedatum
10 juli 2017
Zaaknummer
13/650148-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en afwijzing verzoek tot schorsing in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 juni 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 12 juni 2017. De rechtbank had een bevel tot gevangenhouding uitgesproken en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen. De verdachte, die in het huis van bewaring Zaanstad verblijft, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft de relevante stukken en de akte van de griffier van de rechtbank bekeken, evenals de verklaringen van de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman.

Het hof heeft geconcludeerd dat de beschikking van de rechtbank in grote lijnen juist is, met uitzondering van het aspect van vluchtgevaar, waar onvoldoende bewijs voor is geleverd. De recidivegrond blijft echter van toepassing, gezien de ernst van de feiten die aan de vordering tot inbewaringstelling ten grondslag liggen. De verdachte wordt verdacht van betrokkenheid bij de seksuele uitbuiting van minderjarige meisjes, wat een ernstig feit is dat de menselijke waardigheid en integriteit aantast en leidt tot maatschappelijke verontwaardiging. Het hof oordeelt dat de vrijlating van de verdachte een geschokte rechtsorde zou veroorzaken, wat zou kunnen leiden tot maatschappelijke onrust.

Met betrekking tot het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis, heeft het hof vastgesteld dat er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden zijn die een schorsing rechtvaardigen. Daarom heeft het hof het verzoek van de verdachte afgewezen. De beslissing van het hof is op 28 juni 2017 genomen in raadkamer, waarbij de voorzitter en de raadsheren unaniem tot deze conclusie zijn gekomen.

Uitspraak

13/650148-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijfsadres: [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Zaanstad te Westzaan,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 12 juni 2017, houdende bevel tot zijn gevangenhouding en afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 14 juni 2017, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman [raadsman].

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust, met uitzondering van het vluchtgevaar waarvan in raadkamer onvoldoende is gebleken.
Het hof is van oordeel dat de recidivegrond onverkort van toepassing is, gelet op de aard en de omvang van de op de vordering inbewaringstelling vermelde feiten.
Anders dan de raadsman is het hof van oordeel dat er sprake is van verdenking van een feit waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twaalf jaren of meer is gesteld, nu er ernstige bezwaren aanwezig zijn dat de verdachte een rol heeft gespeeld bij de seksuele uitbuiting van minderjarige meisjes. De verdenking betreft een zeer ernstig feit dat een ernstige inbreuk vormt op de menselijke waardigheid en integriteit en zorgt voor een grote en groeiende maatschappelijke verontwaardiging. Mede gelet hierop, is het hof van oordeel dat sprake is van een geschokte rechtsorde, in die zin dat aannemelijk is dat de vrijlating van de verdachte een zodanig publiek onbehagen teweeg zal brengen dat dit zou kunnen leiden tot maatschappelijke onrust.
Met betrekking tot het verzoek tot schorsing overweegt het hof dat er sprake is van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde. Onder die omstandigheden kan van een schorsing alleen sprake zijn als zich zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden voordoen. Daarvan is niet gebleken. Om die reden zal het hof het verzoek van de verdachte afwijzen.
13/650148-17

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 28 juni 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. F.A. Hartsuiker, voorzitter,
mrs. P.F.E. Geerlings en N.R.A. Meerbeek, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. Boessenkool als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 28 juni 2017,
de advocaat-generaal