ECLI:NL:GHAMS:2017:2670
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsanering zonder schone lei en informatieverplichting van de schuldenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellant. De rechtbank Amsterdam had op 11 januari 2017 de schuldsanering beëindigd zonder de appellant de zogenoemde schone lei te verlenen. De appellant, bijgestaan door zijn advocaat mr. S. Mahabier, heeft in hoger beroep verzocht om vernietiging van het vonnis en alsnog een schone lei te verkrijgen. Hij voerde aan dat hij de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren was nagekomen en dat hij niet op de hoogte was dat hij een lopende onderneming had moeten melden bij zijn toelatingsverzoek tot de schuldsaneringsregeling.
Tijdens de zitting op 14 februari 2017 heeft de bewindvoerder, R. Koe, verklaard dat er gedurende de periode van de schuldsanering contante kasstortingen op de bankrekening van de appellant zijn gedaan, die verband hielden met de door hem gevoerde onderneming. De bewindvoerder heeft ook aangegeven dat de appellant geen deugdelijke administratie voerde, waardoor het moeilijk was om een betrouwbaar beeld van de financiële situatie te krijgen. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant in zijn verzoek om toelating tot de schuldsaneringsregeling had verzwegen dat hij een lopende onderneming exploiteerde, wat een schending van zijn informatieplicht inhoudt.
Het hof heeft geoordeeld dat de appellant zijn verplichtingen niet is nagekomen en dat de bewindvoerder niet in staat was om zijn controlerende taak naar behoren uit te oefenen. Gezien de tekortkomingen van de appellant heeft het hof besloten het vonnis van de rechtbank te bekrachtigen, waardoor de schuldsanering zonder schone lei is beëindigd.