Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
gemachtigde: mr. J.A.P. van Heugten en A.D. Budding (beiden: Van Heugten & Dekker belastingadviseurs B.V. te Veenendaal)
1.1. Ontstaan en loop van het geding
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- stelt de beschikking gestalde winst vast op € 112.064, en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 496;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 45 aan eiser te vergoeden.”
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
5.Beoordeling van het geschil
Kamerstukken II2009/10, 32 346, A en nr. 1, blz. 10) duidelijkheid biedt, dient aansluiting te worden gezocht bij wat gebruikelijk is in andere bilaterale belastingverdragen. In de memorie van antwoord bij het belastingverdrag met de Verenigde Staten is de uitdrukking ‘belastingjaar’ gedefinieerd als ‘kalenderjaar of het boekjaar indien dat van de betreffende belastingplichtige daarvan afwijkt’. En in artikel 28 van het Verdrag van Wenen wordt bepaald dat een verdrag geen betrekking heeft op handelingen of feiten van voor de inwerkingtreding van het (desbetreffende) verdrag, tenzij van een andersluidende bedoeling van partijen blijkt, hetgeen hier niet het geval is. De lezing van de rechtbank leidt voorts tot het ongerijmde gevolg dat belanghebbende voor zijn aandeel in de winst van de LLP over het boekjaar 2010-2011 voorkoming krijgt, terwijl een aan de vennootschapsbelasting onderworpen rechtspersoon met eenzelfde gebroken boekjaar van 1 mei tot en met 30 april pas voorkoming zou krijgen voor zijn winst met ingang van het boekjaar 2011-2012.
6.Kosten
7.Beslissing
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van een kostenvergoeding van € 742,50 aan belanghebbende, en
- bepaalt dat van de inspecteur een griffierecht wordt geheven van € 503.