ECLI:NL:GHAMS:2017:254
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenarrest inzake huur bedrijfsruimte en beroep op dwaling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2017 een tussenarrest uitgesproken in een hoger beroep betreffende een huurgeschil. De appellant, vertegenwoordigd door mr. U.J. van der Veldt, heeft een beroep gedaan op dwaling met betrekking tot de huur van een bedrijfsruimte van de besloten vennootschap DELA VASTGOED II B.V., vertegenwoordigd door mr. B.J. Groenhuijzen. De appellant stelt dat hij in de aanloop naar de overeenkomst de mededeling heeft gekregen dat er geen nieuwe modezaken in het winkelcentrum zouden worden gevestigd, wat hem de indruk gaf dat hij erop kon vertrouwen dat er geen verdere modezaken zouden komen. Het hof heeft in het tussenarrest overwogen dat er geen verplichting was voor DELA om geen nieuwe modezaken toe te laten en dat de appellant niet gerechtvaardigd was in zijn veronderstelling. Het hof concludeert dat de appellant aan de overeenkomst gebonden is en dat zijn beroep op dwaling faalt. De huurschuld van de appellant, die € 185.500,16 bedraagt, is volledig verschuldigd. Het hof heeft ook de vordering van DELA tot betaling van boetes en buitengerechtelijke kosten toegewezen. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere behandeling van de schadevergoeding voor toekomstige huurtermijnen, waarbij DELA moet aantonen of zij haar schade heeft kunnen beperken. De verdere beslissing is aangehouden.