ECLI:NL:GHAMS:2017:2478
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van beklag inzake af- en uitbeeldingen van ‘Zwarte Piet’ en de beslissing van het Openbaar Ministerie om geen strafvervolging in te stellen
In deze zaak gaat het om een beklag dat is ingediend door J.K.L. Afriyie en Stichting Nederland Wordt Beter tegen de beslissing van de officier van justitie te Amsterdam om geen strafvervolging in te stellen tegen verschillende (rechts)personen voor overtredingen van de artikelen 137c tot en met 137h en artikel 429quater van het Wetboek van Strafrecht, in verband met af- en uitbeeldingen van ‘Zwarte Piet’. Het klaagschrift is op 4 december 2015 ontvangen en betreft een aangifte van discriminatie die op 1 juli 2015 is gedaan. De klagers stellen dat de uitingen van ‘Zwarte Piet’ beledigend en discriminatoir zijn en dat er een noodzaak is voor strafrechtelijke vervolging.
De advocaat-generaal heeft in een verslag van 1 september 2016 geadviseerd het beklag af te wijzen. Tijdens de behandeling in raadkamer op 10 mei 2017 hebben klagers hun standpunt toegelicht, waarbij zij benadrukten dat er nader onderzoek nodig is naar de intenties van de personen die zich als ‘Zwarte Piet’ uitgeven. Het hof heeft kennisgenomen van de aangifte, het verslag van de advocaat-generaal en andere relevante stukken.
Het hof heeft de klacht beoordeeld en geconcludeerd dat de aangifte onvoldoende concreet is om tot strafvervolging over te gaan. De verwijten aan de verschillende betrokkenen zijn niet specifiek genoeg en er is geen bewijs dat de uitingen opzettelijk beledigend zijn. Het hof wijst erop dat de maatschappelijke discussie over ‘Zwarte Piet’ in beweging is, maar dat de af- en uitbeeldingen vooralsnog beschermd zijn onder de vrijheid van meningsuiting. De beslissing van het hof is dat het beklag wordt afgewezen, zonder dat er rechtsmiddelen openstaan voor de betrokkenen.