ECLI:NL:GHAMS:2017:2476

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 juni 2017
Publicatiedatum
26 juni 2017
Zaaknummer
23-004364-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wegens overlijden verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1957, is op 1 april 2017 te Amsterdam overleden. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en een akte van overlijden ontvangen. Gezien het overlijden van de verdachte is het recht tot strafvordering volgens artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht vervallen. Hierdoor heeft het hof geoordeeld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging van de verdachte.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd, omdat het tot een andere beslissing is gekomen dan de rechtbank. De beslissing van het hof houdt in dat het Openbaar Ministerie ter zake van het ten laste gelegde niet-ontvankelijk is in zijn strafvervolging. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin de rechters M.L. Leenaers, M.F.J.M. de Werd en S.J. Riem zitting hadden. De uitspraak is gedaan op de openbare terechtzitting van 12 juni 2017.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004364-16
datum uitspraak: 12 juni 2017
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 11 september 2015 in de strafzaak onder parketnummer 13-003947-14 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1957,

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
12 juni 2017.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in zijn vervolging

Het hof heeft van de advocaat-generaal ontvangen een afschrift van een akte van overlijden, op 5 april 2017 opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam, waaruit blijkt dat de verdachte op 1 april 2017 te Amsterdam is overleden.
Ingevolge artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht is het recht tot strafvordering tegen deze verdachte vervallen en dient het Openbaar Ministerie - overeenkomstig zijn vordering - niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vervolging van de verdachte.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het Openbaar Ministerie ter zake van het ten laste gelegde niet-ontvankelijk in zijn strafvervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L. Leenaers, mr. M.F.J.M. de Werd en mr. S.J. Riem, in tegenwoordigheid van
V.C. Langenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
12 juni 2017.