ECLI:NL:GHAMS:2017:2439

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 mei 2017
Publicatiedatum
26 juni 2017
Zaaknummer
23-004265-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en vrijspraak in zaak van invoeren namaakgoederen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk invoeren van namaakgoederen, specifiek 437 diverse goederen die valselijk waren voorzien van handelsnamen en merken van andere partijen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd, omdat het tot een andere bewijsbeslissing kwam dan de politierechter. Tijdens de zitting op 15 mei 2017 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een geldboete van € 800 had geëist, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. Echter, het hof oordeelde dat er niet voldoende bewijs was voor het (voorwaardelijk) opzet van de verdachte op het invoeren van namaakgoederen. Hierdoor kon het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend worden bewezen, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004265-15
datum uitspraak: 29 mei 2017
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 22 oktober 2015 in de strafzaak onder parketnummer 15-060331-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedag] 1983,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
15 mei 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 maart 2013 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer opzettelijk waren, die zelf of op hun verpakking valselijk waren voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht had, te weten 437 diverse goederen bestaande uit althans één of meer telefoonfrontje(s) voorzien van het (beeld)merk en/of de naam Galatasaray en/of B.J.K. en/of Trabzonspor en/of Fenerbahçe, heeft ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verkocht, te koop heeft aangeboden en/of heeft afgeleverd, uitgedeeld en/of in voorraad heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere bewijsbeslissing dan de politierechter komt.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen behalve ten aanzien van de straf en de verdachte zal veroordelen tot het betalen van een geldboete van € 800 bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 16 dagen hechtenis, te voldoen in 4 maandelijkse termijnen van elk € 200.

Vrijspraak

Op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep kan naar het oordeel van het hof niet boven gerede twijfel worden vastgesteld dat de verdachte (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het invoeren van namaakgoederen. Dat brengt mee dat het tenlastegelegde niet kan worden bewezen en dat de verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P. Greve, mr. A.M. van Amsterdam en mr. M. Gonggrijp-van Mourik, in tegenwoordigheid van S.E.F. Rahimbaks, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 29 mei 2017.
Mr. A.M. van Amsterdam en mr. M. Gonggrijp-van Mourik zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.