Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
1.
A
- (van) een of meerdere (contante) geldbedragen die werden aangewend ter betaling van huurkosten en/of woonlasten van de woning aan de [adres 2] en/of de woning aan de [adres 3] en/of ter betaling van verhuiskosten en/of
- (van) (ten behoeve van de woning aan de [adres 2] aangeschafte) meubels en/of inboedel en/of huisraad en/of televisies en/of (van) één of meer (contante) geldbedragen die werden aangewend ter betaling van deze meubels en/of inboedel en/of huisraad en/of televisies en/of
- (van) een (ten behoeve van de woning aan de [adres 2] aangeschaft) airconditioningsysteem en/of (van) één of meer (contante) geldbedragen die werden aangewend ter betaling van de aanschaf en/of installatie en/of reparatie van dit airconditioning systeem en/of
- (van) één of meer (contante) geldbedragen welke zij en/of haar mededader(s) ter compensatie van de aanschaf en/of betaling van dit/deze voorwerp(en) ontving(en),
B
C
D
2.
Vonnis waarvan beroep
Ter terechtzitting gevoerde verweren
NJ 2013, 308)
NJ 2004, 376).
- het beginsel dat een tweede vervolging voor hetzelfde feit is uitgesloten (‘ne bis in idem’) en met
- het vertrouwensbeginsel, omdat de medeverdachte [medeverdachte 1] er op mocht vertrouwen dat betalingen die door hem in het kader van een ontnemingsmaatregel aan het CJIB zouden worden gedaan, niet zouden worden gebruikt om een nieuwe verdenking van witwassen te construeren,
Ludovica-onderzoek niet het gevolg van enig actief handelen van een lid van het openbaar ministerie is geweest. Nu gezien de aard en de ernst de feiten waarvan de medeverdachte [medeverdachte 1] in 2007 werd verdacht (witwassen) en het feit dat de verdachte wederom van witwaspraktijken werd verdacht in het onderzoek
Andes, heeft het openbaar ministerie in redelijkheid tot het voortzetten van de vervolging ter zake van de feiten uit 2007 kunnen komen, aldus de rechtbank. Het hof onderschrijft de beslissing van de rechtbank en de daaraan gegeven motivering. Het hof is bovendien van oordeel dat ook op dit punt geldt dat vermeende gebreken in de vervolgingsbeslissing ten aanzien van de medeverdachte [medeverdachte 1] de verdachte in beginsel niet regarderen en van bijzondere omstandigheden die dit in dit geval anders zouden doen zijn, is niet gebleken.
Vrijspraak feit 2
Overwegingen ten aanzien van het bewijs van feit 1
‘moet wel voor me witte geld, anders zit ik gelijk voor witwassen’. Verdachtes verklaring ter zitting, dat zij een reis naar Barcelona in oktober 2011 geheel heeft betaald voor haar en [medeverdachte 1] , valt niet goed te rijmen met een daags aan de reis voorafgaand gesprek van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] – die ook meegaat naar Barcelona – dat kennelijk gaat over door allebei mee te nemen, in Barcelona mogelijk te besteden duizenden euro’s. Tegen de medeverdachte [medeverdachte 4] zegt [medeverdachte 1] over een reis in oktober 2011 naar Parijs dat hij voor een kamer daar 4 ruggen heeft betaald voor 3 dagen, en dat hij [verdachte] (het hof begrijpt: de verdachte) het geld had gegeven.
- De verdachte krijgt in februari 2010 een relatie met [medeverdachte 1] , die aan het eind loopt van een langdurige straf voor een overval, en die geen aantoonbaar inkomen of vermogen heeft, geen bankrekeningen heeft en aan wie een ontnemingsmaatregel is opgelegd van ruim vier ton euro;
- Uit gesprekken die [medeverdachte 1] met anderen voert, valt af te leiden dat hij (grote) uitgaven doet en de verdachte betrekt bij witwassen;
- Tijdens haar relatie met [medeverdachte 1] geeft de verdachte ruim € 186.000 meer contant uit dan ze opneemt.
Bewezenverklaring
1.
A
- (van) geldbedragen die werden aangewend ter betaling van huurkosten en woonlasten van de woning aan de [adres 2] en de woning aan de [adres 3] en
- (van) ten behoeve van de woning aan de [adres 2] aangeschafte meubels en/of inboedel en/of huisraad en/of televisies en/of van contante geldbedragen die werden aangewend ter betaling van deze meubels en/of inboedel en/of huisraad en/of televisies en
- (van) een ten behoeve van de woning aan de [adres 2] aangeschaft airconditioningsysteem en/of van contante geldbedragen die werden aangewend ter betaling van de aanschaf en/of installatie en/of reparatie van dit airconditioning systeem en/of van contante geldbedragen welke zij ter compensatie van de aanschaf en/of betaling van deze voorwerpen ontving,
B
Voorwaardelijk verzoek
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
tervan het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.