In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 7 april 2016 was gewezen. De verdachte, geboren in 1970 en thans gedetineerd in P.I. Ter Apel, was in hoger beroep gekomen tegen een eerdere veroordeling voor diefstal. De tenlastelegging betrof de diefstal van een tas, die onder andere een paspoort, een Sony camera en een portemonnee bevatte, gepleegd op 24 maart 2016 te Amsterdam. De verdachte ontkende in het hotel te zijn geweest waar de diefstal had plaatsgevonden en voerde aan dat de herkenning door de opsporingsambtenaren niet betrouwbaar was. Het hof heeft echter geoordeeld dat de herkenning door de verbalisanten betrouwbaar was, gezien de kwaliteit van de camerabeelden en de beroepsmatige kennis van de verbalisanten van de verdachte. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke misdrijven.