ECLI:NL:GHAMS:2017:2332
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis en afwijzing verzoek tot schorsing in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 juni 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, die op 17 mei 2017 was gegeven. De zaak betreft de voorlopige hechtenis van een verdachte, geboren in 2001, die momenteel in detentie verblijft. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het bevel tot gevangenhouding. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier en de verklaringen van de verdachte en de advocaat-generaal.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte een confrontatie met een slachtoffer is aangegaan, waarbij de verdachte een mes bij zich had en herhaaldelijk heeft aangegeven het slachtoffer te willen steken. Diverse getuigenverklaringen en camerabeelden ondersteunen de beschuldigingen van geweldshandelingen. Gezien de ernst van de feiten en de geschokte rechtsorde, heeft het hof geoordeeld dat er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte.
Het verzoek van de raadsman om de duur van de gevangenhouding te beperken werd afgewezen, omdat er nog onderzoek gaande is, waaronder psychologisch en psychiatrisch onderzoek. Het hof heeft ook het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat er onvoldoende inzicht is in de problematiek van de verdachte en er geen gedegen plan van aanpak ligt. De beslissing van het hof is dat het beroep tegen de beschikking wordt afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.