ECLI:NL:GHAMS:2017:2330

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 juni 2017
Publicatiedatum
21 juni 2017
Zaaknummer
15/870137-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot opheffing voorlopige hechtenis in verband met ernstige diamantroof

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 juni 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen na een gewelddadige diamantroof op Schiphol. De rechtbank Noord-Holland had op 3 mei 2017 het verzoek van de verdachte tot opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen. De verdachte, geboren in 1974 en woonachtig in Amsterdam, had hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de relevante stukken en de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdachte die werd bijgestaan door zijn advocaat.

Het hof heeft vastgesteld dat de feiten rondom de diamantroof zeer ernstig zijn en dat deze hebben geleid tot maatschappelijke verontwaardiging en grote media-aandacht. Het hof oordeelde dat de rechtsorde door de aard van het feit is geschokt, en dat dit een belangrijke overweging is bij de beoordeling van de voorlopige hechtenis. De verdachte had verzocht om schorsing van de voorlopige hechtenis, maar het hof oordeelde dat er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden waren die een schorsing rechtvaardigden. Daarom werd het verzoek tot schorsing afgewezen.

De beslissing van het hof was om het beroep tegen de afwijzing van de rechtbank te verwerpen en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af te wijzen. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

15/870137-14
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[naam] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,
wonende te Dusartstraat 54-2, 1072 HV Amsterdam,
thans verblijvende in [detentie] ,
tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 3 mei 2017, voor zover houdende afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 4 mei 2017, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beslissing van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beslissing waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door mr. P.J. Silvis, namens mr. K.C. van de Wijngaart.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beslissing waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de grond waarop deze berust.
Het hof stelt voorop dat hier sprake is van een zeer grote gewelddadige en spraakmakende diamantroof op Schiphol, zijnde in beginsel een feit dat de rechtsorde schokt. De omstandigheid dat iemand op een later tijdstip is aangehouden dan de verdenking jegens hem is gerezen brengt niet mee dat reeds daardoor niet langer sprake is van een geschokte rechtsorde. Het hof wijst erop dat de diamantenroof zelf tot maatschappelijke verontwaardiging en de latere aanhoudingen wederom tot grote media-aandacht hebben geleid. Het hof verbindt daaraan de conclusie dat er sprake is van een geschokte rechtsorde en is van oordeel dat in dit geval het belang van deze grond pas op het moment van aanhouding van de verdachte gaat spelen, in die zin dat vanaf dat moment in meer of mindere mate publieke verontwaardiging zou kunnen ontstaan wanneer de verdachte van een feit als het onderhavige op vrije voeten zou komen.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing overweegt het hof dat er sprake is van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde. Onder die omstandigheden kan van een schorsing alleen sprake zijn als zich zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden voordoen. Daarvan is niet gebleken. Om die reden zal het hof het verzoek van de verdachte afwijzen.
15/870137-14

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beslissing, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 7 juni 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. F.A. Hartsuiker, voorzitter,
mrs. N.A. Schimmel en M.L. Leenaers, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. Boessenkool als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 7 juni 2017,
de advocaat-generaal