ECLI:NL:GHAMS:2017:2327

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 mei 2017
Publicatiedatum
20 juni 2017
Zaaknummer
15/870669-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en hoger beroep tegen gevangenhouding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 mei 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1983 en verblijvende in detentie, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, die op 25 april 2017 een bevel tot gevangenhouding had gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.W. Hermens, gehoord.

Het hof heeft de verdediging niet-ontvankelijk verklaard in het beroep tegen de beslissing op grond van artikel 67b van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft zich verenigd met de beschikking waarvan beroep, maar heeft de 12-jaarsgrond en de recidivegrond gezondheid en veiligheid van personen toegevoegd. Het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was van de betrokkenheid van de verdachte bij een diefstal met geweld, en dat er ernstige redenen waren om aan te nemen dat de verdachte opnieuw een misdrijf zou begaan dat de gezondheid en veiligheid van personen in gevaar zou brengen. Dit was gebaseerd op het feit dat de verdachte deel uitmaakte van een groep taxichauffeurs die zich bezighield met het stelselmatig oplichten van buitenlandse taxiklanten op Schiphol.

De beslissing van het hof was dat de verdachte niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn hoger beroep met betrekking tot de toewijzing van de vordering ex artikel 67b Sv, en het beroep tegen de bestreden beschikking werd afgewezen. Deze beschikking werd gegeven in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

15/870669-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[naam] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
verblijfsadres: Lirestraat 23, 1060 SL Amsterdam,
thans verblijvende in [detentie] ,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer van 25 april 2017, houdende bevel tot zijn gevangenhouding en de toewijzing van de vordering ex artikel 67b van het Wetboek van Strafvordering.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer van 26 april 2017, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. P.W. Hermens.

De beoordeling

Het hof verklaart de verdediging niet-ontvankelijk in het beroep tegen de beslissing op grond van artikel 67b Sv.
Het hof verenigt zich voor het overige met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust, onder toevoeging van de 12-jaarsgrond en de recidivegrond gezondheid en veiligheid van personen.
Anders dan de rechter-commissaris en met de rechtbank is het hof van oordeel dat uit het dossier voldoende blijkt van betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal met geweld ten aanzien van [benadeelde] . Gelet daarop zal het hof de 12-jaarsgrond toevoegen.
Daarnaast is het hof van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte een misdrijf zal begaan waardoor de gezondheid en veiligheid van personen in gevaar komt, nu uit het dossier naar voren komt dat verdachte deel uitmaakt van een groep taxichauffeurs, die zich gedurende langere tijd bezighoudt met het stelselmatig oplichten van veelal buitenlandse taxiklanten, die kort daarvoor op Schiphol geland zijn. De wijze waarop zij opereren, onderling afspraken maken en de manier waarop zij in de tapgesprekken spreken over geld verdienen en hun slachtoffers, doet vrezen voor herhaling als verdachte weer op vrije voeten wordt gesteld en nu verdachte bovendien nog in de proeftijd loopt van een voorwaardelijk sepot van een eerder geweldsdelict.
Het hof is van oordeel dat artikel 67a, derde lid, Wetboek van Strafvordering thans niet aan de orde is.
15/870669-17

De beslissing

Het hof:
VERKLAART de verdachte NIET- ONTVANKELIJK in zijn hoger beroep, voor zover betrekking hebbend op de beslissing tot toewijzing van de vordering ex 67b Sv.
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 24 mei 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. M. Iedema, voorzitter,
mrs. N.A. Schimmel en N.R.A. Meerbeek, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. Boessenkool als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 24 mei 2017,
de advocaat-generaal