ECLI:NL:GHAMS:2017:2327
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis en hoger beroep tegen gevangenhouding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 mei 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1983 en verblijvende in detentie, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, die op 25 april 2017 een bevel tot gevangenhouding had gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.W. Hermens, gehoord.
Het hof heeft de verdediging niet-ontvankelijk verklaard in het beroep tegen de beslissing op grond van artikel 67b van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft zich verenigd met de beschikking waarvan beroep, maar heeft de 12-jaarsgrond en de recidivegrond gezondheid en veiligheid van personen toegevoegd. Het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was van de betrokkenheid van de verdachte bij een diefstal met geweld, en dat er ernstige redenen waren om aan te nemen dat de verdachte opnieuw een misdrijf zou begaan dat de gezondheid en veiligheid van personen in gevaar zou brengen. Dit was gebaseerd op het feit dat de verdachte deel uitmaakte van een groep taxichauffeurs die zich bezighield met het stelselmatig oplichten van buitenlandse taxiklanten op Schiphol.
De beslissing van het hof was dat de verdachte niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn hoger beroep met betrekking tot de toewijzing van de vordering ex artikel 67b Sv, en het beroep tegen de bestreden beschikking werd afgewezen. Deze beschikking werd gegeven in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.