ECLI:NL:GHAMS:2017:2319
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis en schorsing in hoger beroep met betrekking tot ISD-maatregel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 mei 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1969 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 1 mei 2017, waarin een bevel tot zijn gevangenhouding was gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en de argumenten van de advocaat-generaal en de raadsvrouw, mr. K. Cras, die optrad namens mr. S. Petkovic.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bevestigd en is van mening dat er geen omstandigheden zijn die een schorsing van de voorlopige hechtenis rechtvaardigen. De overwegingen van het hof zijn gebaseerd op het voornemen van het openbaar ministerie om de ISD-maatregel te vorderen, evenals de justitiële documentatie van de verdachte. Het hof benadrukt dat de ISD-maatregel zowel gericht is op de beveiliging van de maatschappij als op het beëindigen van recidive. De belangen van de verdachte bij invrijheidstelling wegen niet op tegen de maatschappelijke veiligheid, die in het bevel tot gevangenhouding is aangegeven.
Het hof heeft het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat er onvoldoende onderbouwing was voor de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De beslissing van het hof houdt in dat het beroep tegen de beschikking van de rechtbank wordt afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beschikking is gegeven in raadkamer, waarbij de advocaat-generaal de beschikking ter kennis heeft gebracht van de verdachte.